Nog steeds grote zorgen
De impact van corona op de Brabantse cultuursector
De coronacrisis heeft een grote impact op allerlei facetten van de samenleving, onder meer op de culturele sector. Voor ons reden om dieper in te gaan op de vraag hoe Brabantse culturele instellingen en makers deze impact ervaren. Dit deden we de eerste keer eind 2020 – bij wijze van ‘tusseneditie’ van Waarde van Cultuur – door Brabantse instellingen en makers te bevragen via vragenlijstonderzoek en een online community. Als verdiepend onderdeel van Waarde van Cultuur 2022, vroegen we hen afgelopen voorjaar opnieuw naar de impact van de coronacrisis op hun werk. Welke veranderingen zien zij, waar maken ze zich zorgen om, maar ook: waar gaat het beter? En welke kansen biedt de coronacrisis? Graag nemen we je mee in de ervaringen en belevingen van de instellingen en makers zoals ervaren in het voorjaar van 2022, ook in relatie tot de eerdere meting.
De coronacrisis en haar gevolgen houden onze maatschappij al ruim twee jaar bezig. Ook richting de toekomst blijft de situatie rondom het coronavirus onzeker.
Bianca Koomen MSc Adviseur-onderzoeker Het PON & Telos
Adviseur-onderzoeker Bianca Koomen was verantwoordelijk voor het verdiepende onderzoek naar de impact van de coronacrisis op de Brabantse culturele instellingen en makers. Na haar master sociologie is Bianca als breed-georiënteerde onderzoeker bij Het PON & Telos aan de slag gegaan, waarbij zij onder meer aan cultuuronderzoeken heeft gewerkt. Bijvoorbeeld aan het sociale kapitaal van Waarde van Cultuur of aan het onderzoek naar erfgoedvrijwilligers in de provincie Zuid-Holland. Daarnaast houdt zij zich bezig met de thema’s brede welvaart en de sociale energietransitie.
Nog steeds grote impact en zorgen bij makers en instellingen
Twee jaar na de coronacrisis is de impact voor culturele instellingen en makers in Brabant nog altijd groot. Met de culturele instellingen lijkt het, ten opzichte van een jaar eerder, wel weer wat beter te gaan. Zeker bij makers zijn de effecten van de coronacrisis echter nog sterk aanwezig.
Sowieso maken zowel culturele instellingen als makers zich nog altijd zorgen, ondanks dat de sector stapsgewijs weer open is (of gaat) en ondanks het feit dat de zorgen iets zijn gedaald ten opzichte van de eerdere meting (eind 2020). Zorgen zijn er bijvoorbeeld als het gaat om de toekomst. Komen er wederom beperkende maatregelen voor de sector? En: keert ons publiek wel terug?
Een kwart van zowel de makers als de culturele instellingen heeft dan ook steun gezocht tijdens de coronacrisis: makers vooral bij familie of vrienden, instellingen vooral bij collega-instellingen.
Van overbruggen en overleven naar aanpassen
Eind 2020 gaf nog driekwart van de culturele instellingen aan dat ze aan het overbruggen of overleven waren, in het voorjaar van 2022 is dit nog bijna de helft. Ruim een derde is zich aan het aanpassen en 16% is aan het transformeren.
Onder makers zien we verdeelder beeld: zij zitten nog iets vaker in de overlevings- en overbruggingsfase, maar wel minder dan een jaar geleden. Bijna een kwart is nog aan het overleven, ten opzichte van een derde een jaar eerder. Een derde is aan het overbruggen.
Herstel van de coronacrisis heeft tijd nodig; de meeste makers houden vol en zoeken naar mogelijkheden. Zo is een kwart van de makers aan het transformeren door zich bezig te houden met veranderingen; 17 procent is zich aan het aanpassen.
Personeelstekort
Ten opzichte van een jaar eerder hebben culturele instellingen nu met andere uitdagingen te maken. Nog steeds worden het wegblijven van publiek, de verplichte sluiting door de overheid en omzetderving het vaakst genoemd als de grootste gevolgen van de crisis. Tegelijkertijd hebben instellingen nu ook te maken met uitdagingen op het gebied van personeelsbezetting en -behoud.
Werknemers zijn vaker dan voor de crisis ziek en daardoor (langere tijd) niet aanwezig. Bovendien is het lastig om nieuw personeel aan te trekken in deze krappe arbeidsmarkt, simpelweg omdat er geen aanbod van personeel is. In sommige functies, zoals technici, performers en ondersteuners, is amper personeel voorhanden. Dit komt deels doordat personeel tijdens de coronacrisis buiten de eigen discipline of zelfs buiten de culturele sector is gaan werken. Ook vrijwilligers zijn lastig aan te trekken. Het is voor culturele instellingen een uitdaging om de gehele personele bezetting rond te krijgen en te houden.
“Personeel voor met name marketing en PR is niet te vinden, niemand heeft zin om aan publiek te trekken dat niet mag komen of PR te maken voor een voorstelling die weer geannuleerd moet worden”
Vertegenwoordiger Brabantse culturele instelling
Mentale klachten bij makers
Makers merken nog vaker dan twee jaar geleden dat de vraag achterblijft. Driekwart van de ondervraagde culturele makers heeft te maken met het wegvallen en -blijven van opdrachten. Ook financiële middelen blijven achter. Het lijkt erop dat de sector nog niet volledig is opgestart.
Brabantse makers geven daarnaast aan dat ze kansen op het gebied van ontwikkeling te missen. Doordat projecten telkens werden uitgesteld en er veel onduidelijkheid was, was het ook moeilijk om door te ontwikkelen en nieuwe projecten te starten. Een deel van de makers ervaart hierdoor zelfs mentale klachten, bijvoorbeeld stress en onrust door de onzekerheid en het gebrek aan werk. Kortom, de impact van corona gaat veel verder dan het wegvallen van werk alléén.
“De coronacrisis heeft ook psychologisch veel gevolgen: het voortdurend bijstellen van plannen, niets gaat door, weinig contact met mensen, geen mogelijkheid om je werk te tonen en geen inkomsten. Het werkt allemaal demotiverend.”
Brabantse maker
Nog meer makers zijn buiten de eigen discipline of buiten de cultuursector gaan werken
Door de coronacrisis is een derde van de makers (ook) buiten de eigen discipline en/of de cultuursector gaan werken. Bij het onderzoek in het najaar van 2020 was dit nog 20 procent. De meesten geven aan binnen het onderwijs te zijn gaan werken, maar ook heel andere sectoren – zoals detailhandel, gezondheidszorg en koeriersdiensten – worden genoemd.
Positieve kansen als gevolg van de coronacrisis
Gelukkig heeft de crisis niet alleen negatieve kanten. De coronacrisis biedt ook een moment van bezinning, rust om na te denken en ruimte om dingen anders te organiseren. Meer dan twee jaar geleden zien Brabantse culturele instellingen nieuwe kansen ontstaan. Door tijd voor reflectie, ervaren de instellingen en de makers ruimte om hun bedrijf anders te gaan organiseren; iets waar bij sommigen al langer behoefte aan was, maar waar simpelweg nooit de tijd of de ruimte voor werd gevoeld door de drukte van alledag.
“Ik heb veel kunnen ontwikkelen, juist door de rust die in de studio ontstond.”
Brabantse maker
“Personeelsleden hadden genoeg tijd om te reflecteren op hun werkende leven, dat leidt hier tot enige doorstroom op strategisch bepalende posities. En dat biedt uiteraard weer kansen op nieuwe energie, nieuw elan, en dat hebben we hard nodig na deze twee troosteloze jaren.”
Vertegenwoordiger van een culturele instelling
Instellingen geven aan dat zij flexibeler zijn gaan programmeren, om zo beter in te spelen op de behoeften en vragen van het (nieuwe) publiek. Hierbij wordt ingespeeld op het alternatieve aanbod dat tijdens de beperkende maatregelen (gedwongen) is ontwikkeld, zoals voorstellingen op kleinere, meer persoonlijke locaties of online aanbod. Ook biedt de hele online beweging van cultuurbezoek en cultuurbeoefening kansen op het gebied van digitalisering en innovatie. Door online en/of hybride aanbod te creëren, wordt nieuw publiek bereikt; iets waar culturele instellingen al langere tijd mee worstelen. Al blijft de waarde van elkaar fysiek kunnen ontmoeten van groot belang voor de culturele activiteiten: het online aanbod zal dus nooit alle fysieke activiteiten vervangen (en dat moeten we ook niet willen)
“Als gevolg van de coronacrisis hebben wij als kunststichting onze eigen expositieruimte verruild voor een meer nomadisch bestaan. We houden nu kantoor in een hotelkamer en programmeren niet meer in een eigen presentatieruimte maar vooral in de openbare en publieke (buiten)ruimte. We richten ons naar de toekomst ook meer op opdrachtgeverschap aan kunstenaars dan op het cureren van tentoonstellingen. Dit laatste zat overigens al in de pijpleiding, maar deze ontwikkeling werd versneld door de coronacrisis.”
Vertegenwoordiger van een culturele instelling
Hoe gaat de sector verder?
De ontwikkelingen rondom de coronacrisis zijn allesbehalve zeker, en het is lastig te voorspellen welke impact de cultuursector nog te verwerken krijgt. Toch zien we enkele aandachtspunten waar (lokale en provinciale) beleidsmakers op kunnen inspelen, om zo de hard getroffen sector te helpen bij de wederopbouw van hun bestaan.
- Ondersteun makers en instellingen bij de nieuwe kansen die makers en instellingen ervaren als gevolg van de coronacrisis, zoals het ontwikkelen van online aanbod, het bereiken van publiek en flexibeler programmeren.
- Anticipeer op de zorgen die er leven bij makers en instellingen, zoals de (financiële) onzekerheid, personeelstekorten en de mentale effecten van de crisis.
Zo zorgen we er samen voor dat de creativiteit en artistieke waarde van de cultuursector weer worden hersteld en dat de impact van de coronacrisis op langere termijn misschien wel eens positief kan uitpakken.