Waarde van cultuur 2022
De resultaten van de derde editie van de monitor Waarde van cultuur Noord-Brabant in een notendop.
Tekst: Bo Broers Beeld: Nationale Beeldbank
Eind juni presenteerden we de derde editie van de monitor Waarde van cultuur, waarin de Brabantse cultuursector onder de loep wordt genomen en ontwikkelingen in beeld worden gebracht. Dat betekent dat we inmiddels ruim zes jaar werken aan een stevige basis van informatievoorziening voor beleidsmakers en bestuurders in Brabant, in opdracht van BrabantStad. Dit doen we als Het PON & Telos niet alleen, maar in een samenwerkingsverband van experts en onderzoekers van onder andere Pyrrhula Research Consultants, Kunstloc Brabant en Boekmanstichting.
Wat brengen we met de monitor in beeld?
Langs drie kapitalen brengen we aan de hand van feiten en cijfers de stand van zaken in de Brabantse cultuursector in beeld: cultureel, sociaal en economisch. Ieder kapitaal bevat een veelheid aan informatie over verschillende onderwerpen: het bevat registratiedata van aanbod en bezoek over Brabant ten opzichte van andere provincies, cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), cijfers over instellingen, big data van sociale media, en cijfers over het perspectief van Brabanders. Om meer grip te krijgen op de impact van de coronacrisis bevat de monitor daarnaast aanvullende informatie over de ervaringen van makers en instellingen.
Hoe gaat het met de Brabantse cultuursector? Blik op de resultaten van de monitor
Wat zien we als we de bevindingen in deze drie kapitalen met een overstijgende blik bekijken? Dit is slechts een greep uit de resultaten.
Nog steeds een bescheiden, maar wel stabiele culturele infrastructuur en cultuuraanbod
Zoals we ook al in eerdere edities van de monitor zagen, blijft de infrastructuur op bijna alle terreinen bescheiden en bevindt Noord-Brabant zich nog altijd in de lage middenmoot vergeleken met andere provincies. Dit is opvallend, aangezien Brabant qua omvang en inwoneraantal de derde provincie van het land is. In coronatijd blijft de positie van Brabant stabiel: het aanbod en de activiteiten van instellingen nemen drastisch af in 2020, maar deze afname is niet sterker dan elders in het land.
Talentontwikkeling: meer praktisch gericht; hbo-masters in opkomst
Het aantal theoretische cultuurstudenten in Brabant daalt de afgelopen jaren (hbo en wo). Opvallend is dat het aantal praktische cultuurstudenten in Brabant juist stijgt (mbo). Het aantal opleidingen laat de afgelopen jaren een stabiel beeld zien in Brabant, waarbij de provincie voor wat betreft het aantal theoretische opleidingen (hbo en wo) per hoofd van de bevolking een plek in de middenmoot inneemt. Het aantal culturele hbo-masters in Brabant stijgt de afgelopen jaren. Kijken we naar de cultuuropleidingen in de steden, dan zien we veel praktische cultuuropleidingen in Eindhoven (mbo). Theoretische opleidingen zijn vooral te vinden in Tilburg (hbo en wo).
Kunst en cultuur vormen een belangrijke basis voor de samenleving, al komt dit tijdens de coronacrisis minder tot uiting
Brabanders vinden kunst en cultuur, ook in tijden van corona, belangrijk voor de samenleving. Wat opvalt is dat inwoners in tijden van de coronacrisis iets gematigder zijn over de bijdrage van kunst en cultuur aan de verschillende sociaal-maatschappelijke aspecten, zoals ontmoeting tussen mensen, welzijn, en de rol van kunst en cultuur in een wijk of buurt.
De waardering van de aanwezigheid van voorzieningen voor kunstzinnige of creatieve vrijetijdsactiviteiten neemt af. Alhoewel het merendeel van de Brabanders tevreden is, stijgt het aantal provinciegenoten dat vindt dat er te weinig voorzieningen zijn: zij missen zowel locaties en voorzieningen als cultureel aanbod (voorstellingen en activiteiten). Dit gemis onderstreept het belang dat veel mensen hechten aan de mogelijkheid om kunst en cultuur te bezoeken, beleven en beoefenen.
Daarbij zien we dat de helft van de Brabanders zich zorgen maakt over de cultuursector door de coronacrisis. Dat kunst en cultuur in Brabant belangrijk gevonden wordt voor de samenleving, zien we ook terug bij de Brabantse amateurkunstverenigingen in onderzoek van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA): de verenigingen scoren ten opzichte van andere provincies hoog op maatschappelijke oriëntatie. Dit betekent dat de verenigingen zich samen met partners inzetten voor de lokale samenleving (scholen, buurten, wijken, enzovoort) en ook speciale doelgroepen pogen te bereiken.
Dalende betrokkenheid van Brabanders als het gaat om lidmaatschap en steun
Het belang van cultuur zien we niet terug in het lidmaatschap van Brabanders: minder Brabanders dan in 2019 gaven afgelopen jaar aan lid te zijn van een culturele vereniging en bibliotheek. Ook de steun van Brabanders aan culturele organisaties is afgenomen, met name door het doen van minder vrijwilligerswerk.
We zien verder dat minder Brabanders zowel de rol van bezoeker als van beoefenaar en ondersteuner hebben. De dalende betrokkenheid van Brabanders, in combinatie met het belang dat ze hechten aan kunst en cultuur, duidt op een discrepantie tussen denkbeelden over kunst en cultuur en de daadwerkelijke bereidheid om je ervoor in te zetten.
Flinke daling in cultuurbezoek door corona
We zien een flinke daling in het cultuurbezoek in 2020. Dit is geen verrassing, aangezien veel culturele instellingen gesloten waren door de geldende coronamaatregelen en activiteiten niet of in beperkte mate door konden gaan. Brabant volgt hierin de landelijke trend op de voet. Brabanders geven dan ook minder vaak dan voorheen aan dat cultuurbezoek een belangrijk onderdeel van hun leven vormt. Mogelijk is dit ook te verklaren doordat dit niet of beperkt mogelijk was.
Het online cultuurbezoek door Brabanders nam tijdens de coronacrisis wel toe. Bezoekers lijken voor sommige vormen hier ook iets vaker voor te hebben betaald ten opzichte voor een jaar eerder, al heeft het bezoek grotendeels gratis plaatsgevonden. De daling van het cultuurbezoek zien we ook terug in de ruim gehalveerde eigen inkomsten van de culturele instellingen. Vooral (pop)podia en festivals vangen hierin de hardste klappen: zij verliezen met name veel publieksinkomsten.
Populaire kunstvormen in trek
Brabant springt eruit als het gaat om bezoek aan de populaire kunstvormen: popconcerten, cabaret, film en dans. In vergelijking met de andere provincies heeft Brabant een hoger bezoekerspercentage dan het landelijk gemiddelde. Dit is een verschil ten opzichte van het aantal voorstellingen per inwoner: steevast neemt Brabant daarin een middenmootpositie in als het gaat om podiumkunsten, met uitzondering van cabaret en kleinkunst. In deze laatstgenoemde discipline doet Brabant het beter dan gemiddeld qua aantal voorstellingen.
Daarnaast lijkt erop dat Brabanders steeds vaker bereid zijn om verder te reizen voor cabaretvoorstellingen: het aandeel bezoeken buiten Brabant neemt toe ten opzichte van twee jaar geleden. Ook de bibliotheek en kunst- en cultuurroutes zijn relatief populairder: meer Brabanders geven aan hier naartoe te gaan dan twee jaar geleden.
Minder bezoek van erfgoed en daling interesse
Net als bij bezoek aan culturele instellingen en activiteiten, zien we ook een daling in het bezoek aan erfgoedcomplexen. Opvallend is dat ook de interesse in erfgoed is gedaald. Erfgoed wordt minder belangrijk gevonden voor de Brabantse identiteit. Net als voorgaande jaren zien Brabanders een grotere rol weggelegd voor kunst en cultuur dan voor erfgoed voor diverse sociaalmaatschappelijke aspecten.
Wat wel opvalt is dat Brabanders iets positiever zijn over de bijdrage van erfgoed aan actieve en betrokken burgers, welzijn en bevorderen van het bedrijfsleven ten opzichte van twee jaar geleden. Ouderen vinden over het algemeen erfgoed belangrijker voor de samenleving.
Online waardering vooral voor Eindhoven en Tilburg in de B5 en Uden, Waalwijk en Oss in de M7
Of het nu gaat om ‘likes’, volgers of ‘check-ins’, op sociale media domineren steeds de locaties uit Eindhoven en Tilburg, vooral de muzieklocaties. In Uden en Waalwijk zien we veel waardering voor theater, film en locaties die op meerdere cultuurdomeinen actief zijn. We zien ook veel volgers op Instagram voor beeldende kunstlocaties (vooral Eindhovense). Wat ook opvalt is dat het aantal ‘mentions’ van Brabantse cultuurlocaties op Twitter bijna is vertwaalfvoudigd in de laatste twee jaar. Opnieuw gaat het dan vooral om locaties is 's-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg.
Stijgende ontwikkelingsbehoefte: meer cultuurbeoefenaars volgen cursus
In vergelijking met andere provincies is de Brabander weinig actief als cultuurbeoefenaar. De positie van Brabant en opzichte van andere provincies is het afgelopen jaar bovendien gedaald. Sowieso zien we een dalende trend vanaf 2015 tot nu.
Wel zien we onder de mensen die wél cultuur beoefenen een stijgende ontwikkelingsbehoefte: er worden meer lessen en cursussen gevolgd. Cultuurbeoefening wordt (nog) weinig online gedaan.
Jongere Brabanders hechten veel waarde aan cultuur
Onder de Brabanders die cultuur beoefenen, bevinden zich vaker jongere Brabanders (van 16 tot 29 jaar) dan andere leeftijdsgroepen. Ook zien we dat jongere Brabanders het belangrijker vinden dat lessen in creatieve activiteiten voor iedere Brabander toegankelijk zijn. De bestedingsbereidheid voor cultuurbezoek is groter onder jongeren dan onder de andere leeftijdsgroepen. Zij bezoeken cultuur ook vaker online.
Deze bevindingen tonen aan dat jongeren bewust bezig zijn met kunst en cultuur en dat zij dit belangrijk vinden. Belangrijk hierbij is de bevinding dat de waardering van het huidige Brabantse cultuuraanbod lager is onder jongeren dan onder de andere leeftijdsgroepen. Dit lijkt erop te duiden dat het huidige aanbod niet aansluit bij de wensen, behoeften en beleving van de jongere Brabander.
Flinke stijging in subsidies door corona…
We zien in 2020 de subsidie-inkomsten van instellingen hard stijgen. Dat is niet verrassend, gezien normale bedrijfsvoering vaak niet mogelijk was door de geldende coronamaatregelen en daardoor publieksinkomsten sterk achterbleven. Het aandeel eigen inkomsten op subsidie daalt dan ook drastisch: van 1,10 euro naar 39 eurocent eigen inkomsten op elke euro subsidie die de instellingen ontvangen. Poppodia verdienen nog steeds meer zelf dan dat zij subsidie ontvangen.
…maar afnemende rol van de Brabantse overheden in cultuur…
We zien de cultuuruitgaven van de provincie Noord-Brabant in 2019 stijgen, maar het aandeel van de provincie in de uitgaven van alle provincies samen daalt. We zien hierin relatief veel uitgaven aan cultureel erfgoed, musea, bibliotheken en podiumkunsten in Noord-Brabant.
De gemeente is de grootste publieke financier van cultuur, zij is steeds sterk vertegenwoordigd onder de subsidiegevers. Maar we zien ook dat de vijf grote gemeenten in Brabant (B5) in 2019 minder uitgeven aan cultuur dan twee jaar eerder. Dit terwijl landelijk de gemeentelijke uitgaven stijgen. De cultuuruitgaven per inwoner dalen dan ook licht in de B5: van 161 naar 159 euro per inwoner. Dit zien we ook als we de financieringsmix van de instellingen onder de loep nemen in 2020: een minder groot aandeel van de subsidies komt van de gemeente (nu er meer geld vanuit coronabronnen komt) en los van corona zien we bij de instellingen een gestaag dalend aandeel subsidies vanuit de provincie.
Na jaren van stijging, neemt de werkgelegenheid in de creatieve industrie af…
In 2020, in tijden van corona, zien we dat de werkgelegenheid in de creatieve industrie landelijk daalt. Brabant is een van de hardst getroffen provincies als het gaat om de daling in het aantal banen: in de subsector kunst en cultureel erfgoed is het aantal banen met een vijfde afgenomen ten opzichte van 2020. Vooral de banen van jongeren zijn hard geraakt: we zien een afname in het aandeel banen waarop jonge werknemers (tot 25 jaar) werkzaam waren in de sector. Ook is het aantal voltijdbanen in Brabant hard getroffen: het aantal is landelijk minder hard gedaald dan in Brabant.
Wat ook opvalt is het type banen in Brabant: er zijn in deze provincie relatief veel deeltijdbanen in de creatieve industrie, met name in de subsector kunsten en cultureel erfgoed. Ook wordt er in Brabant relatief veel gebruikgemaakt wordt van oproepkrachten. In de gehele creatieve industrie van Nederland zien we dat er veel zzp’ers actief zijn. Brabant wijkt hierin niet veel af van andere provincies.
…maar de bedrijvigheid neemt toe
Het aantal bedrijfsvestigingen in de creatieve industrie groeide de afgelopen jaren en groeide door in het eerste coronajaar. De invloed van de coronacrisis is mogelijk nog onvoldoende terug te zien in cijfers van december 2020 vanwege coronasteunmaatregelen, het leunen op bedrijfsreserves, en het los moeten laten van tijdelijk personeel dat als eerste uitvloeit in crisistijd.
Toch lijken de eerste cijfers van 2021 te wijzen op een doorzetting van de groei (bron).[1]Deze groei is mogelijk veroorzaakt door werknemers (bijvoorbeeld met een flex- of oproepcontract) die in crisistijd hun baan zijn verloren en als zzp’er zijn doorgestart. Bij inschrijving in de KvK worden zij meegeteld als bedrijfsvestiging. Vervolgonderzoek op een later moment zal moeten uitwijzen hoe de bedrijvigheid zich verder ontwikkelt. We zien dat bedrijven in de periode 2017-2020 weinig verhuizen. Bedrijven die wel verhuizen, blijven vooral binnen Brabant.
De monitor biedt een schat aan informatie die bestuurders en beleidsmakers kan helpen om koers te bepalen en bij te sturen.
De kracht van herhaling
De monitor biedt een schat aan informatie die bestuurders en beleidsmakers kan helpen om koers te bepalen en bij te sturen. Door al ruim zes jaar te kiezen voor de monitor Waarde van cultuur hebben de Provincie Noord-Brabant en de vijf grote steden ingezet op de ontwikkeling van een stevig monitoringsinstrument. De kracht van herhaling wordt daarbij zichtbaar op vier niveaus.
- Inhoudelijke relevantie
Dankzij de herhaalde metingen – waarbij we cijfers in een langere tijdreeks kunnen tonen – hebben we de eerste impact van de coronacrisis goed in beeld kunnen brengen. Ook hebben we makers en instellingen op twee momenten in de afgelopen jaren bevraagd. Daardoor krijgen we steeds beter grip op de situatie binnen de cultuursector in Brabant.
2. Kwaliteit van de onderzoeksinstrumenten
1. De periodieke herhaling van het onderzoek geeft ons de ruimte om bij iedere editie de onderzoeksinstrumenten onder de loep te nemen en een kwaliteitsslag te maken. Deze editie hebben we dit onder andere gedaan door een samenwerking aan de gaan met het Kenniscentrum Zeeuwse Samenleving, om zo de werkgelegenheid en bedrijvigheid in de creatieve sector (beter) in beeld te brengen met behulp van CBS Microdata.
3. Inbedding in (gemeentelijk) beleid
De monitor en haar drie kapitalen behoren steeds meer tot het gedachtegoed van beleidsmakers, met name bij gemeenten. We zien dat gemeenten in het ontwikkelen en monitoren van hun lokale beleid de drie kapitalen hanteren. Daarbij biedt de monitor de kans om de gemeentelijke informatievoorziening en verantwoordingssystematieken voor subsidies te optimaliseren, door dit structureel en op soortgelijke wijze als in andere gemeenten te registreren. Dit is een groeiproces, dat dankzij het herhalende karakter van de monitor tijd en de ruimte krijgt.
4. Vergelijkbare monitoring in andere provincies
De kracht van de herhaalde monitoring in Brabant blijft in andere provincies niet onopgemerkt. Brabant toont zich hierin voorloper en heeft een voorbeeldfunctie. Steeds meer provincies kiezen voor een soortgelijke aanpak, langs de drie kapitalen en met dezelfde meetinstrumenten en indicatoren. Dit maakt vergelijking tussen provincies op langere termijn een lonkend vergezicht.
Deze doorontwikkeling van de monitor op verschillende niveaus zorgt voor steeds betere onderlinge afstemming van het cultuurbeleid, nu en in de toekomst.