Doel in zicht
Hoe expertise, onderzoek en beleid samenkwamen in een waterprogramma
đApeldoorn
Bestuurders, bedrijven, burgers en buitenlui zetten zich allen op verschillende manieren in om de verschillende opgaven in het landelijk gebied aan te vliegen. Zo leggen gebiedscoöperaties, bewonersinitiatieven en bestuurders hun koers vast. Maar als de koers gezamenlijk bepaald is, hoe houd je die dan in zicht? Komen doelen dichterbij? Of drijven we verder af? Om dat te beoordelen, moet er gemonitord worden op wat ertoe doet. In Gelderland werkten we zo samen met waterexperts aan de totstandkoming van de monitoring van het Gelders Regionaal Waterprogramma.
Gelderland kent een divers waterlandschap. De voedingsader van het IJsselmeer, de Rijn, stroomt in het oosten Nederland binnen. De andere grote rivier van onze delta, de Maas, vormt deels de zuidgrens van de provincie. Ook is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland in Gelderland gelegen en leveren zij aan 5,8 miljoen mensen drinkwater. Daarnaast zijn er hoge zandgronden te vinden, waartoe de Veluwe behoren, met een eigen specifieke waterdynamiek. Die verscheidenheid brengt een evenzo divers palet aan wateropgaven. Zo is er sprake van zorgen voor een tekort aan water, en zorgen over een teveel. Er moet voldoende water zijn om te drinken, over te varen, in te zwemmen en om mee te beregenen.
Om als provincie te kunnen sturen op een watersysteem dat bijdraagt aan een gezonde, veilige en welvarende omgeving, en een watersysteem dat zelf ook van waarde is - schoon, bestand tegen het veranderende klimaat en met genoeg soorten planten en dieren [1] - is in 2021 het Regionaal Waterprogramma Gelderland 2021-2027 vastgesteld, conform de eisen van de Omgevingswet.
đVeluwemeer

Actielijn naar indicator
Om te komen van ambities tot indicatoren, zijn inhoudelijke bijeenkomsten georganiseerd met betrokkenen van alle zeven actielijnen uit het Regionaal waterprogramma. Daarbij werden experts betrokken die binnen de provincie actief zijn op het gebied van waterkwaliteit en -kwantiteit, klimaatadaptatie, natuur en de (economische) functies die afhankelijk zijn van water, zoals de landbouw en scheepvaart.
In deze interactieve sessies hebben we met de experts uit de betreffende actielijn gesproken over de doelen in het programma en toegewerkt naar een selectie van indicatoren om deze doelen te kunnen monitoren. De methode die de provincie Gelderland hanteert voor omgang met data fungeerde daarbij als structurerend principe: tijdens de bijeenkomsten werden in een interactief proces achtereenvolgens de stappen âwetenâ, âmetenâ en âregistrerenâ doorlopen. De werkvorm die we hebben toegepast voor de sessies faciliteerde en stimuleerde de interactie aan tafel, waarmee de selectie van indicatoren een gedeeld proces werd. Belangrijk voor de samenhang binnen de monitor en voor het draagvlak bij degenen die de monitor uiteindelijk moeten gaan vullen.
Interactief aan de slag met indicatoren
De werkvorm bestond uit het stapsgewijs doorlopen van het âwetenâ, âmetenâ en âregistrerenâ van de doelen van de betreffende actielijn.
De eerste ronde, âwetenâ, stond in het teken van wat er nodig is om de doelen in beeld te brengen. De tweede, âmetenâ, in het teken van wat er al beschikbaar is aan data en indicatoren, en zo niet, waar de ontbrekende informatie vandaan kan worden gehaald. In de laatste ronde worden de taken belegd; wie is inhoudelijk verantwoordelijk voor de indicator en de daarbij openstaande acties?
Elke ronde bestond uit een het ophalen van informatie en die plenair bespreken. Deelnemers noteerde op post-its hun gedachten en informatie, plakte die post-its op een bord of poster met daarop de vakken van de rondes, en koppelde vervolgens plenair terug wat ze hadden opgeschreven. Dit faciliteerde een gesprek over wat nodig is om te doelen in beeld te brengen, de prioritering van bepaalde indicatoren, beschikbaarheid en toepasbaarheid.
Een werkbare set indicatoren
Om een doelmatige en werkbare monitor te ontwikkelen, is het van belang het aantal indicatoren beperkt te houden. Er moeten voldoende indicatoren worden opgenomen om een volledig beeld op te kunnen bouwen van de voortgang op de doelen in het programma. Tegelijkertijd moet de monitor voldoende compact zijn om overzicht te bieden over voortgang en doelbereik. Per actielijn verschilde het proces om te komen tot een beperkt aantal indicatoren: in sommige actielijnen sprak het redelijk voor zich welke indicatoren moesten worden opgenomen in de monitor (denk aan een lijn als zwemwaterkwaliteit, wat structureel in beeld wordt gebracht op zwemwater.nl).
In actielijnen met een bredere reikwijdte, zoals klimaatadaptatie, waren de keuzes minder evident. In actielijnen met een brede â en overlappende reikwijdte â is het van belang dat scherp blijft wat er in de andere actielijnen in beeld wordt gebracht, wat daarin nog mist t.b.v. de betreffende actielijn en waar dat aanvullend is. Het betekent ook zoeken naar indicatoren die mogelijk direct, of bij wijze van proxy, meervoudige doelen kunnen bedienen. En, het betekent afwegen tussen de beschikbaarheid van data, haalbaarheid van ontsluiting, herhaalbaarheid van metingen en de mate waarin de data toepasselijk is op het doelbereik.
đde IJssel, in de buurt van Zutphen
Altijd in dialoog
Ook overlap (en soms frictie) tussen de doelen uit verschillende actielijnen maakte het soms lastig om de âjuisteâ indicatoren te selecteren. Het gesprek daarover binnen en tussen de actielijnen leverde vervolgens waardevolle inzichten op, die de samenhang binnen een programma als dit verder kunnen versterken. De gesprekken boden, door het vragen naar wat belangrijk is voor het doelbereik, naast vragen wat belangrijk is voor ambtelijke vakmanschap en sturing, de gelegenheid weer even uit te zoomen, het waterprogramma in zân geheel te bezien en hoe dat zich verhoudt tot flankerende programmaâs. Dat benadrukte het belang van deze werkvorm, waarin werd verwacht dat men fysiek aanwezig was voor een ruime tijd. En, benadrukte tegelijkertijd het belang van het integraal opzetten van een breed programma als het waterprogramma.
Betrokkenheid en bevlogenheid
Het proces dat wij voor de provincie Gelderland mochten begeleiden, heeft geleid tot een compact en gedragen indicatorenplan en een heldere procesbeschrijving van de totstandkoming daarvan, mede dankzij de betrokkenheid en bevlogenheid van alle mensen die we gesproken hebben in dit proces.
Een mooi traject dat we met veel plezier hebben begeleid, omdat hierin de zaken samenkomen die voor ons zo van belang zijn: werken aan de kwaliteit van leven en leefomgeving, voor mensen en met mensen.
De meerwaarde van een gezamenlijk proces
Betrokkene provincie Gelderland: "In eerste instantie [is de meerwaarde] natuurlijk dat we met de hulp van het PON & Telos uiteindelijk tot concrete indicatoren zijn gekomen! Waardevol in dit proces is geweest dat we de collegaâs met de inhoudelijk kennis vanaf het begin af aan hebben meegenomen en samen met elkaar hebben laten zoeken naar de inhoudelijke antwoorden op de vragen. Bijvoorbeeld: wat willen we eigenlijk precies weten en op welk abstractieniveau? En wat moeten we daarvoor (gaan) meten?
Dat heeft gezorgd voor meer gezamenlijk draagvlak voor de uitkomst en heeft bijgedragen aan het voelen van eigenaarschap binnen het team wat betreft het onderwerp monitoring. De rol van het PON & Telos hierin is erg waardevol geweest, om zogezegd de focus op de bal te houden. De materie leidt makkelijk tot discussie en uiteenlopende meningen. De opzet van de sessies was heel doelgericht en het bijsturen vanuit een externe partner waar nodig was uiteindelijk gewenst om tot een mooi resultaat te komen."
đde Waal, Nijmegen
Video door Tbabai via Pixabay Foto's via Unsplash door Aron Marinelli, Wim van 't Einde & Jos Zwaan

Marijn van Asseldonk MSc
Marijn is milieusocioloog en werkt bij Het PON & Telos als adviseur-onderzoeker, waar hij zich bezig houdt met governance-vraagstukken en onderzoek doet naar verschillende ruimtelijke themaâs, zoals droogte en de energietransitie.

dr. Imke Smulders
Imke was senior adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos en heeft expertise op het gebied van participatie, sociale veiligheid en communicatie. Met haar onderzoekswerk wil ze bijdragen aan een sociale, rechtvaardige samenleving.