Sturen op kansengelijkheid

Aanknopingspunten voor een stad in balans

📍Almelo

Almelo behoort landelijk tot de top 10 van gemeenten met de grootste stapeling van achterstanden [1]. Het vergroten van kansengelijkheid staat dan ook hoog op de agenda van de stad. Maar met bezuinigingen in het vooruitzicht is het belangrijk om te weten waar te beginnen. Voor de gemeente Almelo brachten wij in kaart waar achterstanden aanwezig waren en zich opstapelen, en hoe die zich ontwikkeld hebben in de afgelopen tien jaar. Om aanknopingspunten te bieden voor een gebalanceerde toekomst.

Voor Almelo is het nastreven van meer kansengelijkheid geen nieuw vraagstuk; hoewel Almelo geen onderdeel is van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, kampt de stad al jaren met structurele achterstanden. Wat echter ontbrak, was inzicht in de ontwikkeling van meervoudige achterstandsproblematiek: een breed begrip van achterstand waarin naast armoedecijfers ook andere factoren meegewogen worden. Die hangen nauw samen: iemand die in armoede leeft, worstelt vaak ook met problemen op de arbeids- en woningmarkt en heeft een slechtere gezondheid. We spreken van een meervoudige achterstand als zulke factoren zich opstapelen en iemands toegang tot middelen en kansen belemmeren. In ons onderzoek gebruikten we de Meervoudige Deprivatie Index (MDI) om deze meervoudige achterstanden binnen Almelo in beeld te brengen.

Over MDI

Het uitgangspunt van de Meervoudige Deprivatie Index (MDI) is dat achterstand meer is dan armoede. Informatie over inkomen, werk en opleidingsniveau in een buurt combineren we dan ook met informatie over de gezondheid van buurtbewoners, veiligheid, kwaliteit van en toegang tot huisvesting en de woonomgeving in een buurt. Deze brede benadering van beperkte toegang tot middelen en kansen stelt ons in staat om ruimtelijke concentraties van achterstanden te signaleren.

Lees er meer over in onze twopager

■ Lage MDI (<40)

■ Gematigde MDI (40-50)

■ Hoge MDI (50-60)

■ Zeer hoge MDI (>60)

Een hogere MDI-score (donkerder paars) betekent een grotere stapeling van achterstanden.

Voor de gestreepte buurten was geen data beschikbaar.


Niet iedere buurt ontwikkelt zich hetzelfde

De afgelopen tien jaar zijn de relatieve achterstanden in Almelo afgenomen.

Vrijwel alle buurten laten vooruitgang zien, vooral op het gebied van inkomen, en in mindere mate ook op het vlak van opleiding, werk, veiligheid en woonomgeving. Dit geldt ook voor de buurten die in 2015 kampten met een zeer hoge stapeling van achterstanden. In 2024 telt Almelo 32 buurten met een zeer hoge MDI-score, tegenover 39 in 2015. Toch is het beeld in 2024 nog steeds zorgelijk: meer dan de helft van de inwoners woont in een buurt met een hoge stapeling van achterstanden. In deze buurten dragen alle hierboven genoemde zeven domeinen van de MDI bij aan de aanwezige achterstandssituatie, waarbij met name de slechte scores op het vlak van inkomen, opleiding en gezondheid opvallen. Ook zien we een grotere kans op energiearmoede in deze buurten en wonen er relatief veel mensen met een ongezonde leefstijl.

Wanneer we de buurten met de minste en de meeste stapeling van achterstanden met elkaar vergelijken, valt op dat de buurten met de grootste problematiek het minst zijn verbeterd.

De positieve ontwikkeling lijkt vooral plaats te vinden in buurten die al relatief beter af waren. Hoe kunnen we deze ontwikkeling begrijpen?

Gebiedsgericht aan de slag

We hebben de resultaten voorgelegd aan ambtenaren vanuit verschillende beleidsterreinen. In gesprekken met hen hebben we verkend in hoeverre zij de geschetste beelden herkennen, en hen uitgenodigd om samen met ons de uitkomsten nader te duiden en te verrijken. Op basis van deze gesprekken en aanvullende informatie zien we steeds een combinatie van depriverende factoren samenkomen in dezelfde buurten, die onderling op elkaar ingrijpen.

Relatief veel mensen die in bestaansonzekerheid leven en een gebrek aan grip op het leven ervaren, een oververtegenwoordiging van (sociale) huur ten opzichte van koop, slechte kwaliteit van de woningvoorraad, onderadvisering van basisschoolkinderen en in zijn algemeenheid minder sociale samenhang. Dit terwijl juist in deze buurten de investeringen vanuit het sociaal domein veel groter zijn geweest dan in de buurten met minder meervoudige achterstandsproblematiek. Dit verdiepte inzicht in het verschil tussen buurten met een brede toegang tot middelen en kansen en buurten waar juist sprake is van een stapeling van achterstanden en een gebrek aan kansen, onderstreept ons advies aan de gemeente: kies voor een langjarige, meervoudige en gebiedsgerichte aanpak.

Stad in balans

Als de ambitie is om de stad meer in balans te brengen, vraagt dat om structurele en doelgerichte inzet — met de bereidheid om ongelijk te investeren in zowel mensen als plekken (sociaal én fysiek). In de huidige context van het ‘ravijnjaar’ wordt het voor gemeenten nog urgenter om scherpe keuzes te maken en tegelijkertijd slimme koppelingen tussen beleidsdomeinen te leggen en te benutten.

Dit kan bijvoorbeeld door het versnellen van woningverduurzaming juist in de meest kwetsbare buurten en door het gericht aanpakken van onderadvisering op de basisschool. De verduurzaming van woningen draagt niet alleen bij aan de energietransitie, maar verlaagt ook de kans op energiearmoede en versterkt daarmee de bestaanszekerheid van mensen. Bovendien heeft het een aantoonbaar positief effect op de gezondheid van bewoners. Ook de aanpak van onderadvisering van basisschoolleerlingen heeft directe impact: het vergroot de opleidingskansen van jongeren, versterkt hun toekomstperspectief en vormt een belangrijke hefboom voor het doorbreken van generationele armoede.

Een hogere kwaliteit van samenleven

Naast het verbeteren van bestaanszekerheid en het vergroten van kansengelijkheid voor individuen, vraagt het onderzoek naar de staat van de Almelose buurten ook aandacht voor het belang van meer gemengde buurten met een voor alle inwoners aantrekkelijk voorzieningenniveau. Dat is nodig, omdat eenzijdige buurten met name voor sociaal economisch kwetsbare inwoners leiden tot meer kansenongelijkheid. Als het gaat om de huidige woningmarkt constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in haar rapport over de suburbanisatie van armoede [2] een ruimtelijke uitsortering: eenzijdig woningaanbod van goedkope woningen in buurten zorgt voor een concentratie van sociaaleconomisch kwetsbare inwoners. Tegelijkertijd zijn het publieke voorzieningenniveau en de wijkeconomie in deze buurten verschraald geraakt. Voor inwoners met minder draagkracht leidt de minder goede toegankelijkheid van voorzieningen tot sociale uitsluiting. Dit is geen exclusieve opgave voor Almelo — we zien deze uitdaging op meerdere plekken terug in ons werk.

Het belang van gemengde buurten gaat echter verder dan het voorkomen van een concentratie van achterstanden die kansenongelijkheid versterkt. Het raakt ook aan de kwaliteit van samenleven. Recente publicaties van het SCP, zoals De leefwerelden van arm en rijk en Eigentijdse ongelijkheid, laten zien dat gescheiden leefwerelden niet alleen leiden tot ongelijke kansen, maar ook tot een afname van sociale samenhang en onderling begrip. Om hierop te sturen, is een integrale benadering nodig waarin het fysieke en sociale domein nauw samenwerken aan het versterken van bestaanszekerheid én leefbaarheid. Denk aan een meer diverse woningvoorraad en aan de aanwezigheid van laagdrempelige ontmoetingsplekken in de wijk.

Het aantrekkelijk maken én houden van buurten voor een brede groep bewoners is hierbij essentieel. En wie kan beter bijdragen aan een wijk in balans dan de inwoners zelf? Niet alleen door oog te hebben voor kwetsbaarheid, maar juist ook voor de kracht van de gemeenschap.

Lees meer over dit onderwerp:

Rapport Almelo in balans
Twopager MDI

Foto's Almelose huizen door Connie de Vries via Unsplash Overige foto: Chris Rinckes via iStock

dr. Marleen van der Haar

Marleen is senior adviseur-onderzoeker. Als cultureel antropoloog houdt zij zich bezig met sociaal maatschappelijke vraagstukken, in het bijzonder ongelijkheid en samenleven.

Verwijzingen

[1] Agterbosch, S., Janssen, J., Koomen, B. & Smulders, I. (2024). Accentueer het verschil: Een regionaal perspectief op achterstanden in Nederland. Het PON & Telos. [2] Hin, J. & De Hollander, G. (2023). Gezondheidsachterstanden: kijk ook eens naar de ruimtelijke uitsortering van mensen en voorzieningen. PBL.