Het goud van het dorp
Gemeenschapshuizen als verbindende schakel in de samenleving
Gemeenschapshuizen vormen een belangrijke basisvoorziening voor de kwaliteit van (samen)leven; ze vervullen een brede maatschappelijke rol in het dorp, de wijk of de buurt. Toch hebben veel gemeenschapshuizen het lastig: het is soms moeilijk om de exploitatie rond te krijgen of genoeg vrijwilligers te vinden. Om hun rol goed te vervullen hebben gemeenschapshuizen steun en vertrouwen nodig vanuit twee plekken: de buurt én het gemeentehuis.
‘Een fijne laagdrempelige accommodatie bieden voor sociale, culturele en maatschappelijke initiatieven en een plek zijn waar dorpsbewoners elkaar ontmoeten en activiteiten met elkaar kunnen ondernemen.’ Dit is de definitie van een ‘gemeenschapshuis’ zoals gemeente Bernheze dat onlangs verwoordde in haar herijkte gemeenschapshuizenbeleid.
Het gemeenschapshuis is een centrale ontmoetingsplek in een dorp, wijk of buurt. In een gemeenschapshuis wordt samengewerkt, samen gevierd en worden samen met inwoners, verenigingen en maatschappelijke organisaties activiteiten opgezet en uitgevoerd. Inwoners kunnen er terecht voor en breed scala aan activiteiten op het gebied van cultuur en ontspanning, maar ook sport- en bewegingsactiviteiten en educatie. In het gemeenschapshuis ontmoeten jong en oud elkaar. Het is de plek voor sociaal contact en waar mensen mee kunnen doen in de samenleving.
Een verschuivende rol
We zien tegelijkertijd dat veel gemeenschapshuizen het lastig hebben. Vaak zijn ze gevestigd in oude, (te) grote gebouwen die nodig aan verduurzaming toe zijn. De ruimtes zijn onvoldoende functioneel, het is lastig om vrijwilligers te vinden en de vrijwilligers die er zijn, zijn veelal op leeftijd. Dit heeft er ook mee te maken dat de rol van het gemeenschapshuis aan het verschuiven is. Waar veel gemeenschapshuizen eerder rondkwamen van ruimteverhuur aan verenigingen en organisaties en de opbrengsten van de baromzet, maken ze steeds vaker een beweging richting het bieden van een huiskamer voor het dorp, de wijk of de buurt. Een plek waar ook de jeugd elkaar kan ontmoeten en mensen die kwetsbaar zijn terecht kunnen voor opvang, ontwikkeling of gewoon een praatje. Dit vraagt om nieuwe en andere activiteiten en een ander financieringsmodel met ruime openingstijden, en waarbij het mogelijk is een gratis of goedkoop kopje koffie aan te bieden en ruimte beschikbaar te stellen zonder hiervoor huur in rekening te brengen.
"Een gemeenschapshuis is een plek van en voor de samenleving, met de voeten in de klei en geworteld in het dorp, de buurt of de wijk."
Gemeenschapshuis, inwoners en gemeente hebben elkaar nodig
Gemeenschapshuizen leveren een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke opgaven van gemeenten, zoals eenzaamheid, armoede en (mentale) gezondheid, maar het gemeenschapshuis is geen gemeentelijke uitvoeringsorganisatie. Een gemeenschapshuis is een plek van en voor de samenleving, met de voeten in de klei en geworteld in het dorp, de buurt of de wijk. Het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid van het beheer ligt in principe bij het bestuur van het gemeenschapshuis, dat veelal bestaat uit vrijwilligers. Zij hebben daarbij de inwoners nodig voor draagvlak en inzet van vrijwilligers voor het ontvangen van gasten en het organiseren van activiteiten. Maar ook is de gemeente nodig voor ondersteuning en het faciliteren van de vrijwilligers. Het gemeenschapshuis kan de brede maatschappelijke rol alleen pakken als beide lijnen goed lopen en partijen goed samenwerken met elkaar. Wederzijds vertrouwen tussen bestuur van het gemeenschapshuis en inwoners enerzijds en gemeenschapshuis en gemeente anderzijds is hiervoor een belangrijke voorwaarde.
Al jaren doen we vanuit Het PON & Telos onderzoeken en projecten die de waarde en het belang van de dorps- en buurthuizen benadrukt en hen tot bloei laat komen. In de projecten helpen we gemeenschapshuizen en gemeenten om samen met de inwoners toe te werken naar een bredere maatschappelijke rol van het gemeenschapshuis.
Raderen van betrokkenheid
In de huidige samenleving wordt verwacht dat mensen ‘actief participeren’ ofwel de bereidheid en het vermogen hebben om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.
In onze gemeenschapshuizen 2.0-trajecten zetten we in op het versterken van drie verschillende vormen van participatie:
1. Meedoen (maatschappelijke participatie) Hierbij gaat het om de mate waarin mensen actief meedoen in de samenleving, zoals bijvoorbeeld contacten die mensen hebben in de buurt en met familie, deelnemen aan activiteiten en het verenigingsleven, het verrichten van (vrijwilligers)werk, et cetera.
2. Meedenken (beleidsparticipatie) Dit betreft een vorm van participatie waarbij de overheid of een organisatie aan zet is en inwoners vraagt om mee te denken of praten over het beleid of bij de uitvoering van een project. Ook adviesraden zoals een dorpsraad of klankbordgroep en het invullen van een vragenlijst behoren tot deze vorm van participatie.
3. Zelf doen (maatschappelijk initiatief) Hierbij nemen (samenwerkingsverbanden van) inwoners zelf het heft in handen om een plan te maken of initiatief te realiseren met een maatschappelijk doel. Voorbeelden zijn het gezamenlijk onderhouden van het openbaar groen, het inrichten van een speeltuintje of het voeren van actie voor een verkeersveilige straat. Maar het gaat ook om het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken zoals de zorg, energietransitie of de aanleg van een glasvezelnetwerk. Dit zien we steeds vaker gebeuren in de vorm van coöperaties. Ook het zelf organiseren van activiteiten voor de buurt en het beheren van een sport- of maatschappelijke accommodatie zijn voorbeelden van maatschappelijk initiatief. In dit participatieveld zijn de burgers aan zet en heeft de gemeente een faciliterende rol. Als men spreekt over overheidsparticipatie heeft men het over deze vorm van participatie.
Elk van deze velden heeft een eigenstandige dynamiek, maar zij brengen ook elkaar - als een soort raderen - in beweging.
"Sommige deelnemers komen tijdens een dialoogsessie pas voor het eerst in het gemeenschapshuis. Dan komen ze er pas achter dat er activiteiten plaatsvinden waarin zij ook zelf geïnteresseerd zijn."
Het gemeenschapshuis en de inwoner
In onze gemeenschapshuizen 2.0-trajecten richten we ons op de verbinding en het versterken van de samenwerking en vertrouwen tussen gemeenschapshuis en inwoners. In deze trajecten brengen we de drie raderen van betrokkenheid in beweging, waarbij deze ook elkaar weer versterken.
We nodigen breed de inwoners en verenigingen van het betreffende dorp, wijk of buurt uit voor een dialoogsessie. Ook maatschappelijke organisaties en ambtenaren en bestuurders van de gemeente worden actief gevraagd deel te nemen. Doel hiervan is enerzijds om in kaart te brengen hoe het gemeenschapshuis de bredere maatschappelijke rol kan vervullen. Welke activiteiten en faciliteiten kunnen worden toegevoegd zodat laagdrempelig ontmoeten wordt gestimuleerd en alle inwoners (zowel jong als oud, vitaal en kwetsbaar, rijk en arm) een plekje kunnen krijgen in het gemeenschapshuis en kunnen meedoen in de samenleving?
Anderzijds is het doel van de dialoogsessie om het eigenaarschap van de gemeenschap bij het gemeenschapshuis te versterken. Daarom laten we inwoners, verenigingen en maatschappelijke organisaties zelf meedenken over wat de maatschappelijke rol van het gemeenschapshuis zou kunnen zijn en welke acties hiervoor ondernomen kunnen worden. Hierdoor voelen de deelnemers zich meer betrokken bij en medeverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het gemeenschapshuis. Dit creëert gevoel van eigenaarschap en zet inwoners aan om de - door hen zelf bedachte acties - ook zelf op te pakken en nieuwe initiatieven te ontplooien (maatschappelijk initiatief). Sommige deelnemers komen tijdens de dialoogsessie pas voor het eerst in het gemeenschapshuis. Daar komen ze er achter dat er activiteiten plaatsvinden waarin zij ook zelf geïnteresseerd zijn.
Het gemeenschapshuis en de gemeente
Uit de dialoogsessies komen veel ideeën en acties naar voren hoe het gemeenschapshuis haar maatschappelijke rol kan versterken. Veel ideeën en acties kan het bestuur samen met de inwoners zelf oppakken, maar voor diverse acties is ook ondersteuning nodig van en samenwerking met de gemeente en de maatschappelijke partners in het dorp of de wijk.
Onlangs heeft Het PON & Telos in opdracht van ’t Heft, de koepel van gemeenschapshuizen in Brabant, een onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van gemeenschapshuizen in Noordoost-Brabant. Hieruit blijkt dat gemeenschapshuizen met name behoefte hebben aan hulp bij verduurzaming en aanpassingen in het gebouw, het rond krijgen van de personele bezetting, het versterken van kennis en vaardigheden van bestuur en vrijwilligers en het betrekken van inwoners en in beeld brengen van de behoeften van de wijk of het dorp (vraaggericht werken).
Op basis van het onderzoek organiseerde ’t Heft op 7 oktober jl. een werkconferentie met de gemeenschapshuizen, gemeenten en maatschappelijke partners uit Maashorst, Bernheze, Oss, Land van Cuijk, Boekel en Meierijstad. Hierin formuleerden de partijen met elkaar allerlei (concrete en minder concrete) acties om vanuit een regionaal netwerk invulling te geven aan de ondersteuningsbehoefte van de gemeenschapshuizen in de regio. Als partijen met elkaar om de tafel zitten, komen er al snel ideeën naar boven. Bijvoorbeeld kennisuitwisseling tussen vergelijkbare gemeenschapshuizen binnen de regio of tussen ambtenaren om ervaringen te delen en te zien hoe anderen de invulling van het gemeentelijke gemeenschapshuizenbeleid vormgeven.
"Samen aan de slag zijn zorgt voor vertrouwen en onderling vertrouwen zorgt weer voor een sterkere samenwerking."
Verbinding, vertrouwen en eigenaarschap
Door als bestuur van het gemeenschapshuis in gesprek te gaan met de samenleving (inwoners, verenigingen, maatschappelijke organisaties uit het dorp, de wijk of de buurt) en rondom concrete vragen met elkaar in dialoog te laten gaan, creëer je verbinding en ontstaat een basis voor vertrouwen in elkaar. Inwoners kunnen op een informele manier kwijt wat hun beeld is bij het gemeenschapshuis en zien met welke bevlogenheid en inzet het bestuur probeert het gemeenschapshuis zo goed mogelijk te organiseren. Tegelijkertijd voelt het bestuur zich gesteund door de bereidheid van inwoners om met hen mee te willen denken. Doordat inwoners en bestuur met elkaar in gesprek zijn, ontstaat een basis van vertrouwen en een gedeeld gevoel van eigenaarschap.
De ervaring leert dat dit ook geldt voor het vertrouwen en de samenwerking tussen de besturen van gemeenschapshuizen en de gemeente. Vertegenwoordigers van de overheid kunnen aansluiten bij bijeenkomsten van de gemeenschapshuizen of zelf het gesprek met de gemeenschapshuizen initiëren. Elkaar spreken en elkaar leren kennen is een belangrijke basis voor vertrouwen. Door te luisteren en dieper door te vragen, wordt de afstand tussen de partijen verkleind en ontstaat het gevoel dat gemeente, inwoners, gemeenschapshuis en maatschappelijke organisaties bij elkaar terecht kunnen voor zaken die hen aan het hart gaan. Samen aan de slag zijn zorgt voor vertrouwen en onderling vertrouwen zorgt weer voor een sterkere samenwerking.
Als gemeente moet je de verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur van het gemeenschapshuis bij het bestuur en de inwoners durven leggen (en dus vertrouwen hebben in je inwoners). Tegelijkertijd moeten gemeenschapshuizen de verantwoordelijkheid ook dúrven nemen. Daarbij moet het bestuur van het gemeenschapshuis enerzijds vertrouwen hebben in de inwoners en daar verantwoordelijkheden neer durven leggen en anderzijds ook als partner samenwerken met gemeente en andere organisaties. Wanneer er eigenaarschap is vanuit de inwoners en het bestuur, er vertrouwen is vanuit de gemeente richting het gemeenschapshuis en vice versa, en het gemeenschapshuis fungeert als een centrale plek waar inwoners, organisaties en verengingen elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten, dan kan het gemeenschapshuis oprecht ‘het goud van het dorp’ worden genoemd.
ir. Jolanda Luijten
Jolanda is adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos, waar ze de verbinding opzoekt tussen de inzet van bewoners, instellingen, organisaties en de overheid.
drs. Madelon van Duren
Madelon is adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos. Met haar journalistieke en antropologische achtergrond heeft ze een grote voorliefde voor kwalitatief onderzoek.