De achterkant
van de 24-uurseconomie

De 24-uurseconomie beïnvloedt de consument, maar ook werkgevers en werknemers. De negen-tot-vijfbaan heeft plaatsgemaakt voor flexibele werkvormen, waarbij werknemers met een smartphone overal, op ieder moment van de dag, werkberichten kunnen beantwoorden. Welke maatschappelijke effecten liggen op de loer?

De onderstroom van de huidige tijdsgeest is dat flexibilisering goed is voor zowel consument als producent. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden, met name voor bepaalde groepen op, of naast, de arbeidsmarkt.


Door vanuit de leefwereld van de mensen zelf een kijkje te nemen aan de achterkant van de 24-uurseconomie exploreren we wat normaal geworden is in deze ontwikkeling. Hoe ver gaan we? Wat is aanvaardbaar? En, wanneer gaat de balans tussen flexibilisering en werkzekerheid de verkeerde kant op? We zoomen in op de gevolgen van doorgaande flexibilisering voor het personeelsbeleid van een callcenter en voor het leven van de flexwerkers die er werken.

Het lijkt erop dat bepaalde groepen flexwerkers meer profijt hebben dan andere. Het is belangrijk dat er aandacht is voor de kwetsbare flexwerkers. Niet alleen door de veerkracht van deze groep te versterken, zodat tegenslagen of perioden zonder werk overbrugd kunnen worden, maar ook door arbeidsorganisaties meer te laten nadenken over een rekbaar personeelsbeleid. De arbeidsmarkt zal in de toekomst steeds minder om routinematige flexwerkers vragen. Vaardigheden als zelfredzaamheid en ondernemerschap worden alsmaar belangrijker.

Als teamleider ben ik 24 uur per dag bereikbaar, er zijn ook mensen die ’s nachts bellen.

Een callcenter is bij uitstek een voorbeeld van een bedrijf in de 24-uurseconomie. De dienstverlening aan klanten van hun opdrachtgevers gaat alle dagen door. Het onderzoek in deze context biedt een mooie gelegenheid om ervaringen met de flexibilisering van de economie en de arbeidsmarkt van binnenuit op te halen. We spraken een mix van mensen in het callcenter. Zij hebben ons beeld van flexibiliteit verrijkt.

Lees meer over dit onderwerp in ons jaarboek