Voorbij het gemiddelde

ONDERSTROMEN
IN DE BRABANTSE SAMENLEVING

Onderstromen


Waar borrelt het op sociaal, cultureel en economisch vlak, zonder dat we al precies weten wat er aan de hand is? Wat zijn de maatschappelijke onderstromen die ons bewegen? Hoe werken die door in het leven van individuen? Hebben ze veel invloed, of wordt ons leven toch vooral bepaald door enkele simpele kenmerken als geslacht en afkomst? Intuïtief voelen we aan dat er meer is dan dat. We zijn niet alleen man of vrouw, maar ook mensen met verschillende karakters. Soms past het etiket zelfs helemaal niet en zetten we een ‘X’ in ons paspoort.

Afkomst heeft nog steeds een grote invloed op onze ontwikkeling, maar er is ook sprake van nivellering en groei. Veel ligt weliswaar al vast bij geboorte, maar heel veel ook niet: dat wordt bijvoorbeeld weer bepaald door de groep waarin we leven. ‘Wij zijn ons brein’ en ‘Wij zijn ons’.


De onderstromen die we in ons jaarboek beschrijven bevestigen het beeld dat aan menselijk gedrag verschillende elementen ten grondslag liggen. Gezamenlijk bepalen deze factoren onze kijk op de wereld en hoe we omgaan met mensen, dingen en gebeurtenissen om ons heen. Dat maakt ook dat maatschappelijke ontwikkelingen voor alle individuen in de samenleving een ander (ervaren) effect en een andere betekenis hebben. Dat zien we duidelijk terug in de beschreven thema’s, die in dit magazine nog eens kort worden belicht. Flexibilisering van arbeid biedt kansen en onzekerheid. Digitalisering maakt contact mogelijk en creëert afstand. Participatie betekent meedoen en onduidelijkheid.

Een aantal ontwikkelingen zetten zich naar verwachting de komende jaren door: meer dynamiek, meer maatwerk en meer eigen regie (vgl. SCP, 2016). De grenzen van tijd en ruimte vervagen. Verbanden met instituties worden losser, met de bijbehorende onzekerheden, complexiteit en hectiek als gevolg. De mogelijk- heden zijn oneindig voor wie kan en wil. Slimme e-coaches, slimme woningen, slimme zorg… Het wordt steeds gemakkelijker om daarbij mogelijk- heden op maat aangeboden te krijgen. En dus om je eigen koers te bepalen. Mensen maken zelf keuzes en dat kan meer en meer op maat.


Dat roept allerlei vragen op waar overheden en maatschappelijke organisaties een antwoord op zoeken. Vragen rondom privacy bijvoorbeeld en vragen over gelijke/rechtvaardige behandeling, over solidariteit en inclusie en over de rol die overheden en professionals hebben in de ontwikkeling van publieke waarde.

Is er een goede manier om met de hier beschreven onderstromen om te gaan?
Er worden er een aantal beschreven in ons jaarboek. Hier noemen we er alvast drie:

Misschien is de eerste les wel dat ‘algemeenheid’ niet werkt. In de massa is iedereen anders; de betekenis van onderstromen verschilt sterk voor individuen. Gemiddelde mensen bestaan niet echt. In het denken van overheden en maatschappelijke organisaties overigens vaak nog wel. Daar wordt nog weinig recht gedaan aan de grote diversiteit tussen mensen. Zeker met de talrijke mogelijkheden van big data is dat niet nodig. In bijvoorbeeld zorg, arbeid of veiligheid wordt het steeds beter mogelijk om individuele oplossingen op de werkvloer te ondersteunen.


Als tweede: onderstromen kunnen leiden tot een verdere tweedeling. Voor de ontwikkeling van de samenleving is dat onwenselijk. Het is van belang dat bijvoorbeeld georganiseerd wordt dat de energietransitie voor iedereen bereikbaar is. Er zal geïnvesteerd moeten worden in mensen. Het beroep dat de participatiesamenleving op mensen doet vraagt heel wat (nieuwe) bekwaamheden, zoals digitale en sociale vaardigheden, empathie, doelen stellen, doorzettingsvermogen en nieuwsgierigheid (vgl. WRR, 2017; Dekker e.a., 2016).


Ten derde: sturen op publieke waarde heeft verwantschap met sturen op identiteit. Wie ben ik, waar ligt mijn bestaanszekerheid, wat mag ik van mijn buren verwachten et cetera? Mijn identiteit wordt voor een belangrijk deel ontleend aan de relaties die ik onderhoud met anderen. Onze samenleving is dan ook niet hetzelfde als de optelsom van individuen, maar bestaat evenzo zeer uit sociale processen van inclusie en uitsluiting, machtsverhoudingen en groepsgevoel. De eigen gemeenschap is voor veel thema’s het niveau waarop identiteit vorm krijgt. Niet als gemiddelde, maar als een gedeeld perspectief.



In dit magazine komen hier verschillende voorbeelden van terug. Ook waar het soms schuurt, wordt lokaal naar oplossingen gezocht, zoals in het sociaal domein in Oirschot. Of met de zonnepanelenactie in Son en Breugel.
Meer hierover is ook te vinden in de zomer column van Patrick Vermeulen, directeur-bestuurder van het PON.