ARBEIDSMIGRATIE. MEER DAN ALLEEN HUISVESTING

‘Arbeidsmigranten vrezen ontslag, besmetting en reisbeperkingen door corona’ kopt een artikel van het NOS van 21 maart jongstleden. Het is voor deze buitenlandse werknemers, die vaak met meerdere personen op één kamer wonen, onmogelijk om zich aan de maatregelen te houden. Zeker nu, in tijden van corona, is de huisvesting van arbeidsmigranten dus een belangrijk onderwerp. Maar ze maken zich ook zorgen over hun arbeidspositie. Veel migranten zijn bang dat ze door de coronacrisis niet voldoende inkomsten meer hebben.

Door Marleen van der Haar en Sanne Paenen

Dringende vraagstukken die een dringende oplossing nodig hebben. Maar ook voordat de coronacrisis ontstond en ook zeker als deze weer voorbij is, is het nodig om de impact van arbeidsmigratie op werken, wonen en samenleven in goede banen te leiden. En hier liggen volgens ons nog flinke uitdagingen. Want hoe komt het toch dat een gesprek over arbeidsmigratie met gemeenten vrijwel altijd uitmondt in een vraagstuk dat alleen nog over huisvesting gaat? Vooropgesteld is dit natuurlijk een belangrijke vraag, maar de mensen die er gaan wonen blijven bijna altijd volledig uit beeld. En dat terwijl het kennen van deze mensen, hun arbeidssituatie, hun herkomst, hun intenties en hun behoeften essentieel zijn voor een succesvol arbeidsmigratieklimaat.

Verhalen van arbeidsmigranten zelf over wat flexwerk en meerpersoonskamerbewoning betekenen ten tijde van coronamaatregelen, lezen we nu wel in de media en belangenbehartigers pakken hun rol (zie bijvoorbeeld deze artikelen van de Volkskrant en FNV). Zullen deze verhalen zorgen voor een doorbraak in de aanpak van arbeidsmigratie? Tijdens 'normale' omstandigheden voeren ambtenaren, beleidsmakers en bestuurders vooral gesprekken over huisvesting, voornamelijk met marktpartijen, zoals werkgevers, uitzendbureaus, huisvesters en projectontwikkelaars. Deze marktpartijen vragen de gemeente meestal om ruimte en om snelheid in besluitvorming. Gemeenten vragen marktpartijen op hun beurt om verantwoordelijkheid. Maar is het wel realistisch om verantwoordelijkheid te vragen aan partijen die ook en vooral gefocust zijn op winstmaximalisatie?

In een brief van 6 april zegt Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Koolmees dat gemeenten regionale afspraken moeten maken over de huisvesting van arbeidsmigranten. Maar hoe doe je dat als buurgemeenten samen? Hoe verdeel je de taken? Wat betekent het voor een kleine gemeente als er arbeidsmigranten wonen die werken in een nabije grote stad? En waarom lijkt het bieden van tijdelijke woonruimte in grootschalige voorzieningen op bedrijventerreinen nu de nieuwe oplossing voor het vermijden van onrust onder andere bewoners? Deze vragen gaan allang niet meer alleen over het realiseren van huisvesting alleen. Ze veronderstellen een visie op hoe de samenleving eruit ziet en hoe arbeidsmigratie daarin past.

Pas geleden schreven we dat de resultaten van ons recente onderzoek naar arbeidsmigranten gebruikt kunnen worden als praatstuk voor gesprekken tussen gemeenten en lokale stakeholders. Als we weten over wie we het hebben, wat hun arbeidssituatie is en wat hun behoeften zijn, dan kunnen we keuzes over o.a. huisvesting immers beter afwegen. Maar daarvoor moeten marktpartijen wel openheid geven over de inzet van arbeidsmigranten in het arbeidsproces. De grootste groep arbeidsmigranten heeft namelijk een instabiele en kwetsbare arbeidspositie. Deze werknemers werken als uitzendkracht voor een laag uurloon, op een contract van een bepaalde tijd. Wat betekent deze kwetsbare arbeidspositie voor hun plek in de Nederlandse samenleving? Wat zegt dit over de Brabantse arbeidsmarkt? Wie durft het aan een langetermijnvisie te formuleren en daar naar te handelen? Belangrijke vragen waarvan de antwoorden allemaal mee zouden moeten wegen in de keuze voor gemeentelijk beleid. Deze vragen laten ook zien dat gemeentelijke afdelingen zoals economie en wonen de beelden vanuit de verschillende beleidsterreinen samen zouden moeten brengen en het brede vraagstuk van arbeidsmigratie gezamenlijk zouden moeten oppakken.

Gelukkig zien we ook dat de verschillende partijen elkaar al meer en meer opzoeken. Niet alleen stemmen gemeenten intensiever regionaal af, ook voeren gemeenten, marktpartijen en mondjesmaat maatschappelijke organisaties met elkaar in regioverband gesprekken over het vraagstuk. Zal dit leiden tot meer samenwerking? En zo ja, op welke manier dan? Hoe verhouden dan de verdienmodellen zich tot de publieke belangen en het welzijn van deze kwetsbare groep mensen? Welke gedeelde visie kunnen deze partijen formuleren?

Wij vinden dat de oplossingen niet enkel gezocht moeten worden in het formuleren van beleidsregels voor huisvesting en het vergunnen van kavels voor grootschalige voorzieningen op bedrijventerreinen. Opnieuw stellen we dat een breed gevoerd debat in Brabant bij kan dragen aan meer duurzame oplossingen voor zowel samenleving als economie.

"Heb jij ideeën over hoe we het maatschappelijke debat over arbeidsmigratie kunnen stimuleren? Dan nodigen je uit om vooral te reageren. Welke stappen kunnen we zetten om dit debat te verdiepen en te verbreden? Laat het ons weten!"