Kritische professional met gezonde dosis zelfspot

Mirjam Smulders werkt al 17 jaar bij het PON. Als adviseur-onderzoeker voerde ze tal van projecten uit voor uiteenlopende opdrachtgevers. Met een schat aan ervaring vormt ze een brug tussen – vaak wetenschappelijke – onderzoeksresultaten en de uitdagingen in de praktijk. Wat drijft deze deels in Amsterdam opgegroeide Tilburgse? Waarom werkt ze bij het PON? En wat heeft ze met Pokémon? Hoogste tijd voor een interview.

Door Eva Stultjens

“Als ik ruimte voel om gewoon nieuwsgierig te zijn, dan ben ik écht blij met mijn werk"

Welke functie heb je bij het PON? “Ik ben senior adviseur-onderzoeker. Ik voer, meestal kwalitatief, onderzoek uit om opdrachtgevers te adviseren over hun handelingsopties. Soms zijn dat verschillende scenario’s, soms is dat een richting die ik wat verder uitwerk. In de afgelopen jaren heb ik me veel met kennisdeling beziggehouden. Of dat nou ging over kennisdeling tussen organisaties die zich inzetten voor de lokale leefbaarheid, of over zaken die veerkracht bevorderen, kennisdeling is mijn rode draad. De brug vormen tussen de veelal op wetenschappelijke concepten gebaseerde onderzoeksresultaten en de uitdagingen in de praktijk. Het zoeken naar en ontdekken van perspectieven om problemen op te lossen is mijn dagelijks werk. Monitoren bieden het cijfermatige in onderzoeksresultaten, een veerkrachtdialoog helpt bij het vinden van toepassingen.”

Aan welke projecten werk je momenteel? “Ik heb net een advies voor de provincie Flevoland afgerond. Na een ronde van gesprekken bij gemeenten, bewonersorganisaties en belangenbehartigers heb ik, samen met iemand van een ander bureau, geadviseerd hoe de provincie de plattelandsontwikkelingsmiddelen het beste kan inzetten. Verder werk ik samen met het team van BrabantKennis aan toekomstverkenningen. Ik zorg ervoor dat zij over de juiste cijfers van het PON en Telos kunnen beschikken, zodat zij hun verkenningen goed kunnen onderbouwen.”

Is er een project dat je specifiek is bijgebleven? “Een project dat me is bijgebleven is van lang geleden. Ik interviewde allerlei mensen uit de

veiligheidsketen voor een evaluatie van de Veiligheidshuizen in Brabant. Een knelpunt dat steeds genoemd werd was dat van de draaideurcriminelen. De veiligheidsketen had de vicieuze cirkel doorbroken voor de top 100 aan veelplegers. Maar zodra ze weer buiten de keten kwamen, bleek er geen zorg, schuldsanering of huisvesting en werden velen alsnog draaideurcrimineel. In mijn advies had ik de vraag opgeworpen waarom er geen sluitende keten aan de zorg en gemeentekant gevormd wordt. Jaren later begreep ik dat dat inmiddels in veel regio’s wel het geval is. Het blijft complexe maatschappelijke problematiek, maar met kennis en nadenken kun je je steentje bijdragen.”

“Niet alleen opdrachtgevers volgen, maar vooral ook zelf blijven nadenken.”

Waar word je blij van in je werk? “Ik word blij als ik iets nieuws heb kunnen bedenken waarmee een ander verder kan. Dat kan heel klein zijn zoals een idee in het afwegingsproces over wat we gaan monitoren, of een goed onderbouwd advies. Als ik ruimte voel om gewoon nieuwsgierig te zijn, dan ben ik écht blij met mijn werk.”

Waarom ben je bij het PON gaan werken? Heb je een bepaalde maatschappelijke overtuiging? “Voordat ik bij het PON in dienst kwam werkte ik bij een universiteit. Ik coördineerde de maatschappelijke vragen om onderzoek. Ik was vooral actief in het proces om van de geconstateerde problemen en vragen

wetenschappelijk onderzoekbare vragen te maken. Maar heel vaak bleken de organisaties geen kennisvraag maar een handelingsvraag te hebben. Zo kreeg ik steeds meer zin in het actief met toepassingsgerichte vraagstukken bezig te zijn. Mijn overtuiging is dat de meest complexe kennis waardevoller wordt als het ook eenvoudig uit te leggen en toe te passen is.”

Waarom is het PON belangrijk? Waarom zou het moeten blijven bestaan? “Ik waardeer het PON om de geworteldheid in Brabant. Ik vind het belangrijk dat het PON

nieuwsgierig is en vragend naar de samenleving blijft kijken. Het verwoorden van die soms nog niet hoorbare geluiden van de samenleving vind ik een belangrijke taak van het PON, ook in de toekomst. Niet alleen opdrachtgevers volgen, maar vooral ook zelf blijven nadenken.”

Wie is in jouw werk een inspiratie voor jou? “In mijn denken zijn oude wetenschappers waar ik kennis van heb genomen inspiratiebronnen: Norbert Elias, Ton Lemaire, Emmanuel Le Roy Ladurie. Maar in mijn werken zijn het vooral vrouwen als Margareth Mead, Willy Janssen, Marge Piercy en Rita Mae Brown die me inspireerden.”

“Het PON is erop gericht je te laten leren en ontwikkelen. Dat vind ik leuk en dat houdt me scherp"

Wat voor werkgever is het PON? “Het PON is erop gericht je te laten leren en ontwikkelen. Dat vind ik leuk en dat houdt me scherp. Ik draag daar ook aan bij door collega’s te coachen in de vaardigheden die je nodig hebt om een goede adviseur en onderzoeker te kunnen zijn.”

Hoe is de sfeer op het werk, hoe zijn je collega’s? “De sfeer is goed. We zijn redelijk open, hoewel we elkaar makkelijker met grapjes aanspreken dan in directe feedback. Dat is nog een leerpuntje in onze cultuur.”

Doe je naast je werk bij het PON nog andere dingen voor de samenleving? “Na jaren van bestuurlijke en toezichthoudende taken ben ik nog in één bestuur actief: ik ben voorzitter van MIGO (Maatschappelijke Innovaties Gemeente Oisterwijk). We kennen middelen toe aan initiatieven die vanuit de bewoners van Oisterwijk komen. Heel divers, van gehandicaptenhockey tot muziekinstrumenten voor kinderen. Verder ben ik sinds kort actief bij de Herenboeren Goedentijd, een coöperatie waarin voedsel wordt verbouwd en verdeeld onder 200 huishoudens.”

Vertel eens wat meer over je achtergrond. Wat heb je gestudeerd en waarom? “Ik heb culturele antropologie gestudeerd omdat ik nieuwsgierig ben naar mensen, wat hen beweegt, wat hun verhalen zijn.”

In wat voor gezin ben je opgegroeid? Wat heb je meegekregen vanuit thuis? “Ik ben opgegroeid in een klein gezin met ouders die vooropliepen. Ze waren net na mijn geboorte naar Amsterdam verhuisd en waren losgekomen van kerk en sociale controle. Dus ik ben openminded opgegroeid, met mensen met verschillende religies en overtuigingen van macrobioten, de PPR-pacifisten, tot zenboedhisten. We aten geen vlees en mijn moeder bakte ons eigen volkorenbrood. De zorg voor elkaar, voor meer mensen dan alleen je eigen familie, heb ik thuis meegekregen. Het gevoel dat er altijd iemand aan kan schuiven, dat er ruimte is voor gasten, lang natafelen met goede gesprekken. En de liefde voor taal, lezen en humor met woorden. We mochten overal kritisch over zijn , maar je moet uiteindelijk wel kunnen lachen, ook om jezelf.”

Wat voor hobby’s heb je? Waar ga je bijvoorbeeld graag heen op vakantie? “Ik fiets en wandel graag. En zo is een jaar of vier geleden Pokémon op mij pad gekomen. Ik heb nu in de stad allerlei Pokévrienden die me een dorpsgevoel geven op mijn tochtjes. Mijn vakantie breng ik graag cultuursnuivend en lezend door. De combinatie van actief kijken en ervaren en het reizen in de geest bevalt me het best. Dit jaar gaan we een trip maken, grotendeels per trein door de VS. Ik hoop dat dat nog door kan gaan, maar ik verheug me al op de gewone, bijzondere mensen in die Amtraktrein.”

“We mochten thuis overal kritisch over zijn, maar je moest uiteindelijk wel kunnen lachen, ook om jezelf.”