De welvaartsmythe van Nederland

Nederland is rijk. Heel rijk. In de top 20 van rijkste landen wereldwijd volgens het IMF, neemt Nederland de 14e plek in. Luxemburg staat op 1. Maar deze rijkdom is niet voor iedere Nederlander beschikbaar. Een artikel over de welvaartsmythe van Nederland.

Tekst: Patrick Vermeulen en Jonna Kroeze Beeld: Unsplash Gepubliceerd in de Quiet 500, 3e editie

image

Voordat je verder leest willen we het nog even over de Quiet 500 hebben...

Rijkdom erotiseert en wordt gevierd. Armoede wordt in stilte beleden. Vandaar Quiet 500, de spraakmakende armoedeglossy. De redactie daagt hiermee de 500 rijkste Nederlanders uit om mee te werken aan armoedeverzachting.

Op 5 oktober 2021 is de derde editie van de Quiet 500 verschenen. In deze uitgave een mix van bekende en onbekende Nederlanders met inspirerende verhalen over wat armoede met iemand doet. De vooroordelen, corona-armen en ervaringen. Columns, de top500 lijst en prachtige beeldrapportages. En uiteraard ook weer de prikkelende advertenties. Schurend, zonder wijzend vingertje. Licht op stille armoede. Ook onderstaande reflectie die Patrick Vermeulen en Jonna Kroeze vanuit Het PON & Telos op armoede gaven kun je lezen in de Quiet. Door de Quiet 500 te kopen help je mee om armoede te verzachten. Want de opbrengsten van de uitgaven komen ten goede aan innovatieve armoedeprojecten.

De welvaartsmythe van Nederland

Ga niet langs start!

Nederland is rijk. Heel rijk. In de top 20 van rijkste landen wereldwijd volgens het IMF1, neemt Nederland de 14e plek in. Luxemburg staat op 1. Qatar bijvoorbeeld staat op plek 3. Met relatief weinig inwoners en veel buitenlandse arbeidskrachten is het blijkbaar goed geld verdienen.

De welvaart die we sinds de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd is groot. Wie in de jaren ’50 of ’60 leefde at een boterham met tevredenheid: grijs regeringsbrood (met aardappel of peulvruchtenmeel) of roggebrood met vet spek of stroop. We halen inmiddels geld uit de muur (is al weer bijna voorbij) en betalen daarmee groenten en fruit uit Zuid-Afrika, een mobiele telefoon en een stofzuiger. Apparaten die pas gemeengoed zijn geworden sinds de jaren ’70. We beschikken zelfs over ‘vrije tijd’ – en vullen die in met terras, festival en vakantie2. Activiteiten die aan het begin van de twintigste eeuw waren voorbehouden aan de elite. Iedereen in ons welvarende land kan worden wat hij of zij wil. We zijn dan niet gelijk, maar wel gelijkwaardig en hebben gelijke kansen. Iedereen kan meedoen. Dat is althans het idee.

Maar niet iedereen doet mee. Waar je wieg staat bepaalt in belangrijke mate je levensloop: de kwaliteit van het huis waarin je woont, de opleiding die je afrondt, de kansen die je krijgt en zelfs het aantal jaren dat je (gezond) leeft3. Soms kun je maar beter niet langs start gaan…

Armoede in Nederland

Niet meedoen kent vele dimensies. We spreken in Nederland over absolute armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en bijvoorbeeld niet beschikken over voldoende (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot gezondheidszorg (zorgverzekering) of mogelijkheden om verder te leren na de verplichte schoolperiode. Qua inkomen wordt een grens van € 1.039 per maand voor alleenstaanden gehanteerd, voor een paar met bijvoorbeeld twee minderjarige kinderen € 1.922 per maand4. Naast absolute armoede kennen we in Nederland ook sociale armoede. Over sociale armoede spreken we als mensen niet mee kunnen doen aan het ‘normale’ maatschappelijk leven: geen geld voor een sportclub, uitstapje, toegang tot internet of het beschikken over een smartphone.

In Nederland heeft ongeveer één miljoen (!) mensen jaarlijks met armoede te maken. Armoede onder kinderen is het grootst. In 2017 leefde ongeveer 8,1% van de kinderen in een huishouden met armoede. Gemiddeld drie kinderen per klas. En armoede is hardnekkig. Van de bijna 584.000 huishoudens die van een laag inkomen moesten rondkomen in 2018 deed bijna de helft daarvan dat al ten minste vier jaar5. Het aantal armen stijgt in tijden van crisis. In 2013 – toen het economisch ook tegenzat – piekte de armoede tot ruim 1,2 miljoen mensen. Wat de betekenis gaat zijn van de coronacrisis op langere termijn is nog niet helemaal duidelijk, maar dat jongvolwassenen, laagopgeleiden6, mensen met een migratieachtergrond en werkverliezers (opnieuw) klappen moeten opvangen is vrij zeker7. Wie al kwetsbaar was, staat er nu niet beter voor.

De gevolgen van armoede zijn potentieel groot. Direct – in de sfeer van stress, spanningen thuis, het minder snel inschakelen van medische hulp en ongezonde voeding - maar ook indirect. Zoals de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving aangeeft8 zijn zorg en gezondheid niet alleen medische kwesties, maar ook sociale. Hoe meer men zich geconfronteerd ziet met een stapeling van problemen, hoe minder het vermogen om ze zelf te verhelpen en hoe groter het effect op de gezondheid. Het verschil tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden is aanzienlijk. Hoopopgeleide mannen leven 6,3 jaar langer en 14 jaar meer in goed ervaren gezondheid in vergelijking met laagopgeleide mannen. Hoogopgeleide vrouwen leven 3,9 jaar langer en 14,1 jaren meer in goed ervaren gezondheid in vergelijking met laagopgeleide vrouwen9.

Dat gegeven gekoppeld aan kansenongelijkheid is confronterend. Kinderen met dezelfde capaciteiten, maar een verschillende achtergrond, hebben niet dezelfde kansen om het beste uit zichzelf te halen10. Kanskaarten blijken overdraagbaar en armoede heeft effect. Waar je wieg stond, bepaalt bijvoorbeeld in belangrijke mate het onderwijs dat je volgt. Kinderen van lager opgeleiden nemen vaker deel aan vmbo, kinderen van hoger opgeleiden vaker aan havo en vwo. Bijna alle kinderen die opgroeien in armoede hebben frequent en/of aanhoudend last van hoge stress (Early Life Stress), met potentieel negatieve gevolgen voor de psychische en lichamelijke gezondheid gedurende het hele leven. Zo kan het invloed hebben op verschillende hersenfuncties, ongezond gedrag zoals roken, veelvuldig gebruik van alcohol en drugs en te veel eten11.

Bijna alle kinderen die opgroeien in armoede hebben frequent en/of aanhoudend last van hoge stress met potentieel negatieve gevolgen voor de psychische en lichamelijke gezondheid gedurende het hele leven. Zo kan het invloed hebben op verschillende hersenfuncties, ongezond gedrag zoals roken, veelvuldig gebruik van alcohol en drugs en te veel eten

En ook sociale armoede heeft effect. Er zijn zo’n 1,2 miljoen Nederlanders die sociaal in de marge leven: relatief weinig meedoen en weinig vertrouwen hebben in de medemens en instanties. En zo’n 600.000 Nederlanders van 16 jaar of ouder kunnen beschouwd worden als ‘sociaal uitgeslotenen’. Het zijn mensen die een achterstand hebben op twee of meer van de vier terreinen: participatie (zoals een keer naar de film kunnen gaan), financieel (hoe moeilijk het is om rond te komen), toegang tot sociale grondrechten en instituties (ondersteuning bij het vinden van werk bijvoorbeeld), en normatieve integratie (de mate waarin je je aan algemene normen en regels houdt, zoals het kopen van een kaartje in het openbaar vervoer12. Kort door de bocht: mensen die niet meedoen in onze maatschappij.

Nieuwe mythe

Het idee dat iedereen welvarend is of in ieder geval kan worden, is het verhaal van deze tijd. Een gevolg van de Verlichting: de wereld is maakbaar en we leven in een land van ongekende mogelijkheden. Opgegroeid met ‘the American Dream’, de successen van de wederopbouw en Disney, geloven we in het verhaal van kansen voor iedereen. Van onbegrensde groei. Het komt altijd goed.

Daarmee ligt de bal bij het individu. Dat verhaal staat echter onder druk, simpelweg omdat niet iedereen mee kan. Een constatering die wordt bevestigd in recente onderzoeken van onder andere de WRR13 en het SCP14. Meedoen is natuurlijk niet alleen een individuele vraag. Dat was het al niet op het schoolplein en al helemaal niet in onze volwassen samenleving. Het is een vraag aan de samenleving als geheel en het verhaal dat we met elkaar maken. Een nieuwe mythe wellicht, met nieuwe helden en veroveringen. Want het kan altijd anders.

Hoe zou zo’n nieuw verhaal eruit kunnen zien?

Het begint bij geld. In de welvaartsmythe wordt aan armen verteld dat geld niet alles is. Dat is zo, maar een basisbudget biedt mensen zekerheid die veel problemen voorkomt. In 2017 kwam een arm huishouden op jaarbasis net iets meer dan € 3.000 tekort ten opzichte van het niet-veel-maar-toereikendcriterium15. Opgeteld voor Nederland is dat 2,2 miljard. Dat lijkt veel, maar is een fractie van wat inmiddels is uitgegeven aan regelingen in het kader van de coronacrisis (zoals de Tozo, de NOW en de Tonk). Geld aan armen geven is een keuze.

'Het geven van geld aan armen is echter niet de belangrijkste verhaallijn. Die gaat waarschijnlijk over vertrouwen en uitgaan van het goede en positieve in mensen'

Het geven van geld aan armen is echter niet de belangrijkste verhaallijn. Die gaat waarschijnlijk over vertrouwen en uitgaan van het goede en positieve in mensen. Zoals Rutger Bregman (2019) treffend verwoordt: uitgaan van het idee dat de meeste mensen deugen. Loslaten dus. Minder regels en controle. Tegelijkertijd mensen ondersteunen en begeleiden, want als je vertrouwt op zelfredzaamheid, zal je bereid moeten zijn om te investeren in mensen die minder veerkrachtig zijn16. Deze verhaallijn leeft al in werkelijkheid. Met experimenten, zoals in Wageningen, Tilburg, Groningen, Apeldoorn, Oss en Epe. En met de erkenning dat wantrouwensexperimenten hun langste tijd mogelijk gehad hebben, zoals bij de toeslagenaffaire, neemt de roep om anders naar onze omgang met elkaar te kijken toe.

De setting van dit verhaal? Nederland. Een land waarin mensen niet aan de kant staan, maar meedoen. Waar welvaart in de basis geregeld is. Waar vertrouwen in mensen zich wederkerig uitbetaalt in vertrouwen in leiders. Zodat gedragen besluiten kunnen worden genomen over wat inmiddels brede welvaart is gaan heten: welzijn en kwaliteit van leven. Hier en nu, van volgende generaties en van mensen elders in de wereld.

We zijn er nog niet. Nederland is niet af. Niet iedereen is welvarend en niet iedereen doet mee. Misschien hebben we daarom behoefte aan een nieuw verhaal. Een verhaal waarin geld niet meer de hoofdrol speelt die het nu soms heeft. Want geld is inderdaad niet alles. Als de rijken zich dat meer zouden beseffen, komt het met verdelen wel goed.

Bronnen

1 https://www.imf.org/external/datamapper/PPPPC@WEO/OEMDC/ADVEC/WEOWORLD

2 Annegreet van Bergen (2014). Gouden jaren. Hoe ons dagelijkse leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd.

3 RIVM website www.volksgezondheidenzorg.info – cijfers gebaseerd op CBS Statline 2019 en 2020

4 Basisbehoeftenbudget. Het niet-veel-maar-toereikendbudget bevat ook kosten van ontspanning en participatie en is resprectievelijk € 1135 en € 2100 per maand. Bron: SCP (2020). Kansrijk armoede beleid.

5 SCP (2020). Kansrijk armoede beleid.

6

7 SCP (2021). Een jaar met corona.

8 RVS Gezondheidsverschillen voorbij.

9 RIVM website www.volksgezondheidenzorg.info – cijfers gebaseerd op CBS Statline 2019 en 2020

10 VO-raad. Kansenongelijkheid in het vo – Wat speelt er?

11 Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2019). Stress bij kinderen: hoe houden we het gezond?

12 Overigens is het besteedbaar inkomen het meest bepalend voor sociale uitsluiting. Bron: CBS (2020). Sociale uitsluiting in Nederland: wie staat aan de kant?

13 WRR (2017). Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid.

14 SCP (2020). Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid.

15 SCP (2019). Armoede in kaart.

16 Vermeulen (2017). Vertrouwen in Veerkracht.

Wil je meer informatie over dit artikel? Neem contact op met Patrick Vermeulen