“Armoede kan iedereen overkomen!”

Larissa (34) raakte in de schulden door een vergissing van de belastingdienst.

Tekst: Marjon Bolwijn Beeld: Dolph Cantrijn Met toestemming overgenomen uit de Quiet 500, derde editie

Het is een van de grootste, stille problemen van Nederland: leven in armoede. Het kan iedereen overkomen en de kloof tussen arm en rijk wordt alsmaar groter, met alle gevolgen van dien. Hierbij lees je het verhaal van Larissa, dat zes pagina’s groot in de armoedeglossy Quiet 500 staat. Zij raakte buiten haar schuld flink in de problemen.

Quiet 500

De verschijning van de eerste editie van de Quiet 500 in 2013 is het startpunt geweest van de Quiet-beweging. Het magazine is destijds verstuurd aan alle mensen met een notering in de Quote 500. Twee van hen werden dusdanig door de verhalen geraakt, dat ze in 2015 de financiële basis legden voor de eerste Quiet Community in Tilburg. Inmiddels zijn er in 11 steden Quiet Community’s, waar het naast het vertellen over armoede, ook draait om het verzachten van de armoedesituatie en het versterken van mensen.

Larissa (34) praat liever over dierenleed dan over haar eigen sores. Ze laat een foto zien van een puppy met misvormde pootjes. Het dier kan amper lopen. ‘Waarschijnlijk afkomstig van een broodfokker, daar gaat wel vaker wat mis’, weet ze. Ze zet zich in voor dieren die vermist zijn of tussen wal en schip dreigen te vallen en werkt samen met tal van stichtingen en dierenliefhebbers zoals zij. ‘Strijders’ noemen ze zichzelf ook wel. ‘Ik wil voorkomen dat dieren op Marktplaats terechtkomen of gedumpt worden, bijvoorbeeld omdat de eigenaar in geldproblemen zit en ook de afstandskosten die een dierenasiel rekent, niet kan betalen.

Met haar man en dochters van 5 en 12 jaar woont Larissa in een vorig jaar opgeleverde nieuwbouwwoning in Dordrecht, met kleurrijke beplanting in de voortuin en een bloemenkrans op de voordeur. Larissa verontschuldigt zich onnodig voor de pallets die uit geldgebrek een schutting vormen in de achtertuin. Sinds het gezin hier een jaar geleden introk, is de rust een beetje teruggekeerd. Na jaren van slapeloosheid en stress door dagelijkse geluidsoverlast van bovenburen in hun vorige huurflat, wees de gemeente hen, dankzij een goed woordje van de huisarts, uiteindelijk een andere woning toe. ‘De muziek stond vaak zo hard dat onze schilderijen van de muren vielen. Eindelijk zijn we weg uit die verpauperde wijk en hebben we nu een huis dat als thuis voelt. We slapen beter dan ooit tevoren.’

Maar de stress zit nog in alle vezels van haar lijf. Al jaren is ze bezig met ‘overleven’, zegt Larissa. Hoewel de vader van haar oudste dochter haar niet lang na de geboorte van hun kind verliet en nooit meer van zich liet horen – ‘Hij schijnt in Irak te wonen’ – en dus ook geen enkele financiële verantwoordelijkheid nam, redde ze zich aanvankelijk prima. Ze leefde van de bijstand en haar dochter ging drie dagen per week naar de kinderopvang. ‘Met tweedehandsspullen, aanbiedingen in supermarkten aflopen en geen gekke dingen doen, kwam ik net rond.’ ‘Wie bij de schuldhulpverlening terechtkomt heeft iets fout gedaan, was mijn vooroordeel’

‘Wie bij de schuldhulpverlening terechtkomt heeft iets fout gedaan, was mijn vooroordeel’

En toch kwam ze in de schuldhulpverlening terecht. ‘Als het zover komt, heb je iets verkeerd gedaan, was altijd mijn vooroordeel. Maar ook als je niet leeft als god in Frankrijk, zoals ik, kun je in de nesten raken.’ Door een foutje van de Belastingdienst, met grote gevolgen.

In 2012 kreeg Larissa een blauwe brief: ze moest de kinderopvangtoeslag die ze de afgelopen 1,5 jaar lang maandelijks had ontvangen, terugbetalen. De aangevoerde reden: ze maakte er geen gebruik van, dus had ze er geen recht op. Haar kind ging wél naar de opvang, zegt ze, maar de Belastingdienst toonde zich aan de telefoon onverbiddelijk. Om het bedrag terug te vorderen werden haar huur- en zorgtoeslag stopgezet. ‘Als alleenstaande moeder in de bijstand kon ik niet rondkomen zonder die toeslagen. Normaal hield ik 300 euro per maand over om van te leven, na die inhoudingen niks meer.’

Haar ouders sprongen bij. Met hulp van haar vader diende ze een bezwaarschrift in tegen het besluit, met schriftelijke bewijzen dat haar dochter wel degelijk van de kinderopvang gebruik maakte. Twee jaar later haalde ze uiteindelijk haar gelijk en kreeg 1.800 euro terug. ‘Ik weet niet of dat het hele bedrag was waar ik recht op had. Ik had geen energie dat uit te zoeken.’ Het bleef niet rustig aan het Belastingfront. Larissa kreeg een nieuwe relatie. Toen ze na een jaar zwanger werd, besloot ze met haar vriend te gaan samenwonen en trouwen. Ze belde de Belastingdienst en de Sociale Dienst om dat door te geven, en vermeldde erbij dat haar uitkering per 1 augustus 2015 stopgezet kon worden omdat haar partner een baan had. ‘Ik wilde alles netjes doen om problemen te voorkomen.’ Ze werd vriendelijk te woord gestaan. Haar eenoudertoeslag zou ze behouden. Daarmee was alles geregeld, kreeg ze te horen.

De roze wolk van de bruiloft in mei 2018 duurde niet lang, vertelt ze verbitterd. ‘Gelukkig hadden we onze bruiloft net betaald toen in het voorjaar van 2018 een brief van de Belastingdienst op de deurmat viel.’ Larissa moest de alleenstaande oudertoeslag van de afgelopen 2,5 jaar terugbetalen. Ze tekende bezwaar aan, omdat haar man niet de vader is van haar oudste dochter. Tot overmaat van ramp meldde ook het UWV zich diezelfde tijd: haar man moest zijn werkloosheidsuitkering die hij voor zes werkloze zomerweken in 2017 had ontvangen, terugbetalen. Daartoe werd 100 procent loonbeslag op zijn inkomen gelegd.

‘Gelukkig hadden we onze bruiloft net betaald toen in het voorjaar van 2018 een brief van de Belastingdienst op de deurmat viel.’

Larissa: ‘Waarom een toeslag en een uitkering terugbetalen waar wij recht op hadden? En waarom loonbeslag van 100 procent? Dan houd je geen cent meer over. We hadden geen buffer, dus konden geen een rekening betalen, waardoor we in een klap schulden hadden.’ Larissa belde de Belastingdienst en het UWV en vroeg om opheldering. ‘Ik kreeg geen antwoord. De ambtenaar van het UWV vroeg of we al een brief voor huisuitzetting hadden ontvangen. Alleen dan zou er inhoudelijk naar ons bezwaar gekeken kunnen worden.’ De paniek sloeg toen helemaal toe. Larissa had de indruk dat de Belastingdienst en het UWV fout op fout stapelden, maar voelde zich machteloos. ‘Ik zag door de bomen het bos niet meer en durfde niet weer bij mijn ouders aan te kloppen. Ik wilde het zelf oplossen, maar verzoop zonder dat ik het doorhad.’ Sociaal raadslieden die ze in de arm nam, schreven het UWV een brief: 100 procent loonbeslag mag alleen als iemand ingeschreven staat in het buitenland. En dat stonden ze niet. Larissa en haar man haalden hun gelijk, maar de teruggevorderde uitkering kregen ze niet terug. Door het loonbeslag hadden ze twee maanden achterstand opgelopen bij het betalen van hun vaste lasten. De teller van hun schulden, inclusief die van Larissa bij de Belastingdienst en bijkomende incassokosten, stond op 11 duizend euro.

Zo kwamen Larissa en haar man in het eerste jaar van hun huwelijk in de schuldhulpverlening terecht. En moest het gezin zien rond te komen van 50 euro per week. ‘Mijn ouders betaalden de luiers van de jongste.’ Larissa leeft in een constante paniek, vertelt ze. ‘Ons huwelijk heeft alleen maar stress gekend, het is een gevecht tegen de bierkaai. De brievenbus is mijn grootste vijand geworden. Als de deurbel gaat slaat de angst toe: toch niet de deurwaarder die ons het huis uitzet?’

‘Ik voel mij een opgejaagd konijn en heb last van paniekaanvallen’

Ze zegt door alle stress en zorgen niet meer de persoon te zijn die ze ooit was. ‘Ik werkte na mijn opleiding als welzijnswerker in een koopjeswinkel, had veel vrienden, ging uit en was vrolijk en nieuwsgierig naar wat het leven te bieden had. Nu ben ik een opgejaagd konijn vol adrenaline, met paniekaanvallen. Hoewel een betaalde baan een uitkomst zou zijn, ben ik er niet toe in staat. Het zijn de stress en overlevingsdrang die mij nekken.’ Haar man heeft inmiddels een vaste baan. Rondkomen is door de aflossing van de schulden, de hoge huur en vaste lasten, nog moeilijk. Elke vrijdag gaat Larissa naar de Voedselbank en krijgt ze drie tassen etenswaren mee. Aan de mensen die ze daar ontmoet ziet ze dat armoede en schuldenlast ‘iedereen kan overkomen’. Over een jaar zijn alle schulden afgelost. Een moment waar Larissa naar uitkijkt, maar dat haar ook angst inboezemt. ‘Ik ben zo bang dat er daarna weer iets misgaat. We zullen dan alleen verder moeten zwemmen, zonder hulpverlener die ons waarschuwt als er een haai op ons afkomt.’

Arm?

‘Nee, ik voel mij niet arm. Ik heb een dak boven mijn hoofd en er ligt eten in de koelkast. Als mijn kinderen uit school komen, mijn twee hondjes gezond zijn en ik ’s avonds op de bank met mijn man moet lachen om een filmpje dat voorbijkomt, dan voel ik mij rijk.’

Wil je meer verhalen lezen over sterke mensen die, ondanks de armoede waarin zij verkeren, er het beste van maken? De Quiet 500 is nu te koop in boekhandel of tijdschriftenwinkel of via www.quiet500.nl. Of wil je zelf een steentje bijdragen?