Bouwen aan vertrouwen
Een handreiking voor beleid en bestuur
De onderzoeken en voorbeelden in dit magazine laten opnieuw zien dat het organiseren van vertrouwen tussen inwoners en (overheids)organisaties niet simpel is. De spreekwoorden snijden hout; zoals ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Een misstap in de vertrouwensband kan lang doorwerken. Kom je je afspraken niet na of luister je niet naar de noden van de ander, ben je al snel voor langere tijd ‘de gebeten hond’. Betrouwbaarheid is daarin zeker voor overheden een sleutelwoord.
Transparant en duidelijk zijn en laten zien waarom je bepaalde keuzes maakt. Uitleggen waarom die keuzes kloppen of eerlijk/rechtvaardig zijn. Dan nog zullen er inwoners zijn die het niet met deze keuzes eens zijn en krijg je niet iedereen altijd ‘mee’. Maar voor datgene wat binnen jouw vermogen ligt, heb je dan in ieder geval een belangrijke stap gezet. Een overheid kan overigens alleen aan vertrouwen werken als ze zelf vertrouwen heeft. Vertrouwen in de inwoners dat zij in principe het goede voor hebben. En vertrouwen in zichzelf dat zij het goede doet. Dat het in beide opzichten vreselijk mis kan gaan zagen we in Nederland o.a. bij de Toeslagenaffaire: een direct gevolg van fraude bij een kleine groep mensen (de 'Bulgarenfraude') en een overreactie van de overheid. Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. En andersom.
Berichtgeving is nog geen communicatie
Vertrouwen kan niet zonder contact. Zeker in ons social media tijdperk, is communicatie cruciaal. De macht van social media mag niet onderschat worden [1] en overheden kunnen niet meer zonder een goede mediastrategie [2]. Een strategie die in praktijk vaak gericht is op uitleggen en voorlichting geven. Zo komt informatie vaak niet helemaal aan, wordt niet begrepen of op zichzelf al niet vertrouwd. Communicatie is een proces waarbij de mening over een ander (of over bijvoorbeeld maatregelen van de overheid) uit meer bestaat dan wat op social media door de overheid wordt verspreid. Mensen krijgen op social media allerlei impulsen, vooral uit de eigen bubbel. Zonder het te willen versimpelen: daar liggen ook de sleutels voor contact. Contact dat belangrijk is voor het organiseren van vertrouwen. Online influencers die door de overheid worden ingezet en - op kleinere schaal - offline buurtverbinders, kunnen het gesprek tussen mensen en overheden op gang helpen brengen. Het is niet dat mensen daar niet voor open staan. Terwijl extremen veel aandacht krijgen, is de grootste groep mensen nog altijd op zoek naar nuance en perspectief. Zodra de ander een gezicht krijgt, is er contact tussen instanties en mensen en begint het gesprek.
"Beleidsparticipatie heeft een positief effect op het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur"
Betrokkenheid: meedenken, meedoen en zelf doen
Alweer ruim tien jaar geleden schreef de WRR het rapport ‘Vertrouwen in burgers’ (2012) [3] waarin de verwevenheid tussen vertrouwen en wederzijdse betrokkenheid mooi wordt omschreven (p. 7): “Om betrokken te zijn moeten burgers ‘hun’ democratische instituties vertrouwen, maar tegelijk kritisch willen en kunnen volgen. Ze moeten ook elkaar vertrouwen, omdat ze elkaar voor het verwerkelijken van gedeelde doelen nodig hebben. Op hun beurt moeten beleidsmakers de burgers willen vertrouwen door hen de ruimte te bieden voor betrokkenheid.” Het onderzoek laat zien – zoals vele onderzoeken die daarna kwamen – dat betrokkenheid vereist dat gedacht wordt vanuit inwoners zelf.
Betrokkenheid van inwoners kan vele vormen aannemen, gaande van lid zijn van een vereniging, actief zijn in je eigen buurt, tot en met meedenken over de aanleg van een nieuwe weg en organiseren van een evenement. Mede gebaseerd op de genoemde WRR studie maken we een onderscheid in 'drie raderen van betrokkenheid waarbinnen inwoners zich bewegen': maatschappelijke participatie (meedoen), beleidsparticipatie (meedenken) en maatschappelijk initiatief (zelf doen). Deze drie soorten participatie zijn nauw met elkaar verbonden en brengen elkaar in beweging. De grenzen zijn niet altijd scherp en zeker voor inwoners zelf lopen de velden in elkaar over, maar voor beleidsmakers is het onderscheid belangrijk omdat het om verschillende rollen en verantwoordelijkheden gaat. En een verschillende dynamiek.
Wil je meer weten over de raderen van betrokkenheid? Lees in ons artikel over gemeenschapshuizen hoe deze ingezet kunnen worden in de praktijk.
Slimme participatie geeft vertrouwen vorm
We zoomen hier in op beleidsparticipatie door inwoners. Beleidsparticipatie is geen garantie voor vertrouwen, maar heeft tegelijkertijd – vooral binnen een breder gedragen cultuur van welwillendheid en responsiviteit – een positief effect op het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur [4].
Ruimte bieden voor participatie begint bij het formuleren van het doel en de functie ervan. Het is belangrijk om bewust te zijn van de doelen waarvoor beleidsparticipatie wel en niet ingezet kan worden. In welke fase van de beleidscyclus wil je inwoners betrekken? Welke keuzes zijn nog open? Wie betrek je, in welke vorm en onder welke voorwaarden? En als het gaat om het maken van keuzes en besluitvorming; hoe worden de uitkomsten van een participatieproces gewogen en meegenomen?
Bij het organiseren van participatie is het belangrijk dat de antwoorden op deze vragen voorafgaand aan een proces helder zijn én duidelijk gecommuniceerd worden. Zowel naar de inwoners en organisaties die deelnemen aan een dergelijk proces als de beleidsmakers en bestuurders die iets moeten met de uitkomsten hiervan. En ook een terugkoppeling van besluiten richting de betrokkenen mag niet worden vergeten, inclusief de overwegingen en motivatie die eraan ten grondslag liggen.
Bij participatie gaat het ook vaak over representativiteit van inwoners. De vraag naar representativiteit kennen we natuurlijk ook in onze onderzoeken. In praktijk pakt dat verschillend uit. Als je informatie wilt ophalen gaat het over het verzadigingspunt: wat voegen nieuwe mensen nog aan informatie toe? Iedereen vanuit de betrokken gemeenschap betrekken lukt of kan niet altijd. Daarom maken we vaak (ook) gebruik van de inzet van sleutelpersonen of –organisaties. Gaande van sociale buurtverbinders tot ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties. [5]
Een overzicht van de vormen
In het bos aan vormen voor participatie is het de kunst ook de waarde van de afzonderlijke bomen te blijven zien. Zonder compleet te zijn volgt hier daarom een overzicht van veel gebruikte vormen voor beleidsparticipatie en hun kenmerken. We hebben ze geordend langs de participatieladder [6] en hier en daar voorzien van voorbeelden uit onze eigen praktijk.
Raadplegen
Inwoners worden gevraagd om hun ervaringen en mening te delen. De input van inwoners kan invloed hebben, maar besluitvormers zijn niet verplicht deze te volgen.
Enquête
Via een enquête kunnen ervaringen en meningen over een onderwerp worden verzameld onder een grote representatieve groep inwoners. Dit kan via een steekproef onder inwoners of via een panel. Zo bevragen we voor de provincie Noord-Brabant iedere twee jaar 10.000 Brabanders over hun kwaliteit van leven en de leefomgeving. Dit jaar doen we een vergelijkbaar onderzoek in Flevoland, in samenwerking met de provincie Flevoland. Ook via provinciale en gemeentelijke burgerpeilingen kunnen inwoners bevraagd worden. Denk dan aan maatwerkenquêtes via inwonerpanels en steekproeven. Zo brengen we ieder jaar in januari het burgerperspectief van Brabanders in beeld. Ook bijvoorbeeld het Sociaal Cultureel Planbureau brengt jaarlijks ‘de stemming van Nederland’ in beeld [7].
Gesprekken in de buurt of wijk
Op straat, of specifieke plekken in de buurt of wijk. Hiervoor kun je ook een (korte) enquête gebruiken of topic-lijst. Met deze vorm kun je over het algemeen een kleinere groep inwoners bereiken, vaak niet representatief. Je kunt met deze vorm juist wel (ook) andere doelgroepen bereiken doordat je naar inwoners toe gaat – die je anders misschien niet bereikt.
Adviseren
Inwoners krijgen een rol als adviseur. De besluitvormers nemen het uiteindelijke besluit of de adviezen van de inwoners onderdeel worden van de plannen of niet. Onderstaande vormen kunnen zowel worden ingezet bij raadplegen als adviseren.
Ansichtkaartenactie
Via een zogeheten ‘ansichtkaartenactie’, die je huis-aan-huis en op fysieke plekken kan verspreiden, kun je een grote groep inwoners bevragen om hun mening te geven en/of ideeën aan te dragen. Dit hebben we bijvoorbeeld gedaan bij de ontwikkeling van een visie voor het buitengebied van gemeente Bergen op Zoom.
Groepsgesprek
Via een groepsgesprek (focusgroep) kunnen meningen, ervaringen en ideeën van een specifieke doelgroep worden opgehaald. Dit kan in een verkennende fase of verdiepende fase. Fysiek, of indien het onderwerp zich ervoor leent online. Zo'n gesprek kan ook worden georganiseerd met vertegenwoordigers van een doelgroep, om een beeld van de doelgroep op te halen.
Dialoogsessie
Via dialoogsessies met diverse betrokkenen/stakeholders, kunnen verschillende perspectieven in beeld worden gebracht. Via verschillende werkvormen, zoals de Triviant Brainstorm methode of de Bredewelvaartdialoog, kun je snel en op een gestructureerde wijze inzicht krijgen in bijvoorbeeld wat inwoners belangrijk vinden, wat goed gaat, wat minder goed gaat en welke ideeën en oplossingen zij aandragen. Voorbeelden van de inzet van deze methode zijn te lezen in het artikel gemeenschapshuizen in dit magazine.
Online research community
Via een online research community kunnen inwoners met elkaar online een dialoog voeren. Een research community is een besloten online platform, waar inwoners (of anders stakeholders) in een korte tijd (een of twee weken) intensief met elkaar, onder leiding van een moderator met elkaar in gesprek gaan. Via verschillende gespreksmethodieken en opdrachten. Bijvoorbeeld om meer verdieping te krijgen op een onderzoek, oplossingen te vinden voor problemen, toekomstbeelden te verkennen of signalen uit de samenleving te signaleren. Zo hebben we voor de gemeente Alphen-Chaam deze methode gebruikt om inzichten van een enquête te verrijken en in gesprek te gaan over ruimtelijke kwaliteiten, de sociale identiteit en samenwerking tussen inwoners, ondernemers, organisaties en de gemeente. Ten behoeve van een toekomstvisie voor Alphen-Chaam.
Coproduceren
Bij coproduceren werken inwoners en besluitvormers samen aan het ontwikkelen, van plannen en/of (uitvoering van) beleid.
Design thinking
Via deze (min of meer) gestructureerde methode gaan inwoners samen met de overheid (en eventuele andere partijen) aan de slag. Discussies worden vanuit standpunten en belangen omgebogen naar een lerend, co-creatief proces vanuit waarden en drijfveren. Op basis van deze waarden en drijfveren wordt een nieuw, verbindend perspectief ontwikkeld [8]. Ook gaan denken en doen hand in hand, bijvoorbeeld door de uitwerking van beleid te testen en bij te stellen.
Werkgroepen
Werkgroepen of initiatieven, waarin inwoners en de overheid samenwerken, kunnen ontstaan op vraag van inwoners of op vraag van de overheid. Zo hebben inwoners uit Vierlingsbeek en Groeningen het initiatief genomen om een dorpsontwikkelingsplan op te stellen – om een bijdrage te leveren aan de vitaliteit en toekomstbestendigheid van deze dorpen. Inwoners zijn samen met ondernemers, verenigingen en (professionals) van maatschappelijke organisaties aan de slag gegaan. Alle opgehaalde informatie is uitgewerkt in Dorpsontwikkelingsplan Vierlingsbeek. Het vormt de start van een nieuwe werkwijze in het kader van de kernendemocratie. Dorpsbewoners, verenigingen, maatschappelijke organisaties, lokale ondernemers, de dorpsraden én de gemeente gaan nu samen aan de slag met de actiepunten uit het dorpsontwikkelingsplan.
(Mee)beslissen
Bij coproduceren werken inwoners en besluitvormers samen aan het ontwikkelen, van plannen en/of (uitvoering van) beleid.
Burgerberaad, zoals G1000
Via een burgerberaad verdiept een groep inwoners, die een afspiegeling van een gemeenschap vormt, zich in een onderwerp waarover een beslissing moet worden genomen. Deelnemers worden via loting uitgekozen. Zij gaan in dialoog met elkaar en komen uiteindelijk tot aanbevelingen, die worden overgenomen op basis van het afgenomen mandaat. Bij het G1000 Burgerberaad gaan gelote inwoner samen met overheid en werkgevers met elkaar in beraad, via drie stappen; de burgertop, het burgerforum en het burgerberaad.
10 gouden vertrouwensregels
Tot slot. Vertrouwen tussen mensen onderling en tussen inwoners en instanties komt niet vanzelf. Het vraagt - zoals vele zaken die de moeite waard zijn – om inspanning en energie. Er is geen eenvoudig recept voor, maar wel een aantal zaken die je beter wel of niet kunt doen. Hieronder volgen er 10, gericht op bestuurders en ambtenaren.
Klik op de pijltjes of swipe om ze allemaal te bekijken.
Mocht je punten willen toevoegen of aanpassen, mail ons gerust - de mailadressen staan hieronder. Je krijgt gegarandeerd een reactie. Daar moet je maar op vertrouwen.
dr. Patrick Vermeulen
Patrick is directeur-bestuurder van Het PON & Telos. Hij houdt zich met name bezig met leefomgevings-vragen, sociale samenhang en veerkracht, en participatie. Ook zet hij zich in voor maatschap-pelijke organisaties.
Britte van Dalen MSc
Britte is adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos. Ze heeft een achtergrond in vrijetijdswetenschappen en sociologie, en een brede interesse in de maatschappij. Ze werkt het liefst aan vraagstukken die raken aan het sociaal domein en burgerparticipatie
Verwijzingen
[1] 78% van de jongeren gebruikt bijvoorbeeld social media voor hun nieuwsgaring (nieuws dat overigens ook door journalistieke bronnen wordt gevoed). Bron: CVDM (2024). Jongeren, nieuws en sociale media. Een blik op de toekomst van het nieuws.
[2] Zie ook: WRR (2024). Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies.
[3] WRR (2012). Vertrouwen in burgers.
[4] Open Universiteit (2022). Participatie en vertrouwen. In opdracht van provincie Zuid-Holland.
[5] Mooie tips om participatie diverser en inclusiever te maken zijn ook in deze handreiking van Movisie te vinden.
[6] Participatieladder van Edelenbos en Monnikhof (2001). Afgeleid van de de participatieladder van Arnstein (1969).
[7] Den Ridder, J., Van 't Hul, L. & Broere, J. (2024). Burgerperspectieven 2024 bericht 1. SCP.
[8] Schaminée, A. & Dorst, K. (2021). Design Thinking binnen de overheid. Essay.
[9] Fisher, R., Ury, W. & Patton, B. (1981). Getting to yes. New York City: Penguin Random House