Duurzame ontwikkeling gemeenten: groei én stilstand

De belangrijkste resultaten van de Nationale Monitor Duurzame gemeenten 2021

Tekst: Ruben Smeets Beeld: Sander van der Werf (Nationale Beeldbank)

Onze Nationale Monitor Duurzame Gemeenten brengt in beeld in hoeverre gemeenten een duurzame koers varen. Onafhankelijk en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze maken we jaarlijks een foto van de ‘staat van duurzaamheid’ van alle afzonderlijke Nederlandse gemeenten. Door dit over meerdere jaren te doen krijgen we inzicht in trendmatige ontwikkelingen én in verschillen in die ontwikkelingen tussen gemeenten.

Over de monitor

Vaak zien we nu nog dat gemeenten een inhoudelijk smalle vorm van duurzaamheidsmonitoring hanteren: vooral gericht op de voortgangsbewaking van het milieu, klimaat- en energiebeleid. De Nationale Monitor Duurzame Gemeenten heeft een integraal perspectief

Ruben Smeets Adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos

De foto laat zien in hoeverre gemeenten er in slagen om belangrijke duurzaamheidsdoelen op de lange termijn te realiseren. Vaak zien we nu nog dat gemeenten een inhoudelijk smalle vorm van duurzaamheidsmonitoring hanteren: vooral gericht op de voortgangsbewaking van het milieu, klimaat- en energiebeleid. De Nationale Monitor Duurzame Gemeenten heeft een integraal perspectief, zoals uitgebreid beschreven in het artikel Brede welvaart geeft duurzaamheidsbeleid een impuls.

Drie kapitalen

Duurzame ontwikkeling gaat in onze ogen over veel meer dan alleen milieu of energie. Het gaat over een gebalanceerde en gelijktijdige ontwikkeling van de drie onderdelen (kapitalen) van duurzaamheid: ecologie, sociaal-cultureel en economie, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven. Kwaliteit die samenhangt met zaken als gezondheid, veiligheid en de natuurlijke omgeving, maar ook met de vraag in hoeverre onze welvaart in de toekomst nog gegarandeerd is. Daarmee sluit het begrip nauw aan bij de doelstelling van het kabinet zoals verwoord in het regeerakkoord : “… een duurzaam welvarend land voor de huidige en toekomstige generaties, waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen.”

Het zoeken naar verbinding(en), naar mobilisatie van alle stakeholders in de samenleving, kan niet gebeuren vanuit de dominantie van één perspectief, van één belang. Daarvoor zijn de vraagstukken waarvoor gemeenten in de komende periode staat te complex en te omvattend. Het evenwichtig groeien van de drie kapitalen, binnen de planetaire grenzen, is dan ook essentieel voor het halen van de duurzaamheidsdoelen.

Thema’s en indicatoren

In totaal onderscheiden we binnen de Monitor, verdeeld over de drie kapitalen, 22 overkoepelende thema’s. Denk hierbij aan thema’s zoals bodem en water, maar ook maatschappelijke participatie, kunst en cultuur en concurrentievermogen. Deze thema’s noemen wij voorraden. Voor ieder van die voorraden zijn langetermijndoelen geïdentificeerd. Deze doelen zijn geïdentificeerd aan de hand van theorie, ervaring en in samenspraak met diverse gemeenten. Met behulp van in totaal 137 nauwkeurig geselecteerde indicatoren, brengen we de realisatie van de doelen binnen de voorraden letterlijk en figuurlijk in kaart.

In dit online magazine presenteren we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. Kijk voor meer informatie over de Monitor, inclusief de methodologische verantwoording, op onze website. Hier kun je ook gedetailleerde gegevens opvragen per individuele gemeente.

De resultaten

We zien de laatste jaren een gestage groei van met name het economisch kapitaal. Tegelijkertijd is de groei van het sociaal-culturele kapitaal inmiddels tot stilstand gekomen.

De duurzaamheidsscores lopen van 0 tot 100. Er geldt hoe hoger de score hoe duurzamer.

Groei én stilstand

We zien de laatste jaren een gestage groei van met name het economisch kapitaal. Tegelijkertijd is de groei van het sociaal-culturele kapitaal inmiddels tot stilstand gekomen. Met name de voorraden Wonen en Maatschappelijke participatie staan onder druk, en in mindere mate ook de voorraad Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden.

Nationale trend in duurzame ontwikkeling

Nationale trend per voorraad

Op veel plekken in Nederland liggen er nog forse uitdagingen in het verschiet. Zo scoort de voorraad Energie nog altijd bedroevend laag (40,0) en is er ook op het terrein van Kunst en cultuur (42,7) en Infrastructuur en bereikbaarheid (43,2) nog volop werk aan de winkel.

Hoe scoren de gemeenten afzonderlijk?

Bijna alle Nederlandse gemeenten vertonen vooruitgang op duurzaamheid. Daarbij moeten we wel een belangrijke kanttekening plaatsen. Deze vooruitgang betekent namelijk niet dat alle regio’s zich in dezelfde fase van ontwikkeling bevinden; op veel plekken in Nederland liggen er nog forse uitdagingen in het verschiet. Zo scoort de voorraad Energie nog altijd bedroevend laag (40,0) en is er ook op het terrein van Kunst en cultuur (42,7) en Infrastructuur en bereikbaarheid (43,2) nog volop werk aan de winkel. Daarnaast is de uitwerking niet hetzelfde voor verschillende groepen binnen de samenleving en kunnen er op lokaal niveau wel degelijk grote problemen spelen, bijvoorbeeld op het gebied van luchtkwaliteit.

De afbeeldingen hieronder tonen de totale duurzaamheidscore van 2021 en de ontwikkeling 2020-2021 voor alle Nederlandse gemeenten. Met name de perifere gemeenten in het noordoosten, zuidwesten en zuidoosten vallen uit de toon. Qua ontwikkeling valt verder op dat de meeste gemeenten vooruit zijn gegaan sinds afgelopen jaar, maar dat de verslechteringen díe er zijn voornamelijk in het westen en zuidwesten hebben plaatsgevonden.

Oké... maar wat is nou de duurzaamste gemeente van Nederland?

De hoogst scorende gemeenten zijn Dinkelland, Midden-Delfland, Bloemendaal en Heeze-Leende.

Het laagst scoren de gemeenten Oldambt, Pekela, Terneuzen en Eemsdelta, waarbij opvalt dat de provincie Groningen maar liefst vier van de tien gemeenten levert.

Waarom is de gemeente Dinkelland in 2021 de meest duurzame gemeente? Wat vooral opvalt, is dat de gemeente behoorlijk goed in evenwicht is; Dinkelland is de enige gemeente in Nederland die op alle drie de kapitalen minimaal een score van 56 behaalde. Ondanks deze relatief goede score geldt ook voor Dinkelland echter dat de weg naar het vervolmaken van de duurzaamheidsdoelen nog lang is. Wanneer we inzoomen op de kapitalen, blijkt dat Dinkelland alleen op het sociaal-cultureel kapitaal tot de top 10 reikt (3e), op het economisch kapitaal bereikt de gemeente de 48e plaats, op het gebied van ecologie ten slotte bereikt de gemeente de 39e plek. Op het niveau van de voorraden heeft Dinkelland weinig grote positieve uitschieters, met uitzondering van de voorraad veiligheid (met indicatoren als vandalisme, onveiligheidsgevoel en geweldsdelicten) en de voorraad maatschappelijke participatie (met indicatoren als sociale contacten, vertrouwen en vrijwilligers).

De hoogst scorende gemeenten zijn Dinkelland, Midden-Delfland, Bloemendaal en Heeze-Leende.
Het laagst scoren de gemeenten Oldambt, Pekela, Terneuzen en Eemsdelta

Specifieke kenmerken van gemeenten

Het gevaar van lijstjes met hoogst en laagst scorende gemeenten is dat ze geen recht doen aan de specifieke kenmerken en ontwikkelopgaven van individuele gemeenten. Om daar meer rekening mee te houden, worden gemeenten onderscheiden in vier kwantitatieve en elf kwalitatieve typen. De kwantitatieve typen zijn gebaseerd op het inwoneraantal; de kwalitatieve typen op basis van sociaal-ruimtelijke kenmerken. In de onderstaande tabel worden deze typologieën beschreven.

Hoe scoren de grote gemeenten?

In algemene zin zien we bij de kleinere gemeenten gemiddeld hogere duurzaamheidscores. Grotere gemeenten kampen met name in het sociaal-cultureel en ecologisch kapitaal met grotere uitdagingen dan kleinere gemeenten; voor het economisch kapitaal geldt juist het tegenovergestelde. Zo is de gemeente Zwolle de hoogst scorende grote gemeente, wat met name te danken is aan een sterk economisch kapitaal – iets waar de grote gemeenten gemiddeld genomen sowieso goed op presteren.

Het laagst scoren de gemeenten Oldambt, Pekela, Terneuzen en Eemsdelta

Wie zijn de grootste stijgers?

Naast de absolute duurzaamheidscore is het ook interessant om te kijken naar welke gemeenten het sterkst zijn gestegen sinds 2014. De sterkste stijgers, gebaseerd op het verschil in scores, zijn de gemeenten Lisse, Valkenswaard en Bodegraven-Reeuwijk. Daarnaast is de stijging van de gemeente Beek opvallend te noemen; in 2014 bevond deze gemeente zich nog helemaal in de onderste regionen qua duurzaamheidsscore, maar sindsdien is Beek ieder jaar gestaag vooruitgegaan; met name in het economisch en sociaal-cultureel kapitaal.

Balans en onbalans

Zoals in de inleiding al aangegeven gaat duurzame ontwikkeling over balans; over het ontwikkelen van het ecologisch, sociaal-cultureel en economisch kapitaal, zonder dat deze ontwikkelingen ten koste gaan van elkaar. Om die reden is het interessant te bezien welke gemeenten al sterk gebalanceerd zijn en welke gemeente juist een sterke onbalans vertegenwoordigen.

Scores per gemeentelijke typologie

Elke gemeente kent zijn eigen, soms unieke uitdagingen. Kennis van de typologie van de eigen gemeente biedt inzicht in de kansen en problemen waar een gemeentebestuur en andere actoren in de samenleving zich voor zien gesteld. Onderstaande figuur geeft het verloop weer van de totaal- en kapitaalscore per typologie, om zo een beeld te vormen van de scores van de verschillende type gemeenten.

Ook zie je daaronder welke gemeente het hoogst scoort per typologie.

Hoe nu verder?

In het licht van de gemeenteraadsverkiezingen kunnen gemeentebesturen de monitor gebruiken om een strategische langetermijnvisie te ontwikkelen of te toetsen.

Met de Nationale Monitor Duurzame Gemeenten 2021 hebben gemeenten de beschikking over een dataset die het eigen gemeentelijke duurzaamheidsbeleid kan ondersteunen. De data zijn niet alleen bruikbaar om de eigen situatie in kaart te brengen, maar kunnen ook worden gebruikt om de eigen prestaties te vergelijken met die van andere (vergelijkbare) gemeenten.

In het licht van de gemeenteraadsverkiezingen kunnen gemeentebesturen de monitor gebruiken om een strategische langetermijnvisie te ontwikkelen of te toetsen.

Ben je benieuwd naar hoe jouw gemeente scoort? Voor alle gemeenten is er een gratis overzicht beschikbaar Lees hier meer over in het artikel 'Jouw gemeente in perspectief'

Toekomstige uitdagingen en transities

Duurzame ontwikkeling is een dynamisch begrip, voortdurend onderhevig aan verandering. Onze wereld ziet er sinds het voorjaar van 2020 sowieso volstrekt anders uit, en ook nu bevinden we ons nog altijd middenin de coronacrisis.

Tegelijkertijd is het van belang om de lange termijn niet uit het oog te verliezen. Er staan ons nog vele uitdagingen te wachten. Zo zijn het ongelijkheidsvraagstuk en de verschillen in ruimtelijke ontwikkeling een hardnekkig fenomeen. Tegelijkertijd spelen er grote maatschappelijke transities; transities die de afgelopen jaren steeds meer vorm hebben gekregen:

Energie- en klimaat

Denk bijvoorbeeld aan de energie- en klimaattransitie. De overstap van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame bronnen (zoals wind en zonne-energie) krijgt, ondanks alle hobbels op de weg, steeds meer vorm. De exploderende gasprijzen zorgen daarbij voor een extra stimulans.

Kringlooplandbouw

Daarnaast is er de noodzakelijke ombouw van ons agrarisch landschap, nodig om te komen tot een kringlooplandbouw. Tegelijkertijd mag het economisch perspectief van boeren daarbij niet uit het oog verloren worden.

Arbeidsmarkt

Een ander terrein waar transities gevraagd worden is de arbeidsmarkt. Het is erg belangrijk dat iedereen toegang heeft tot arbeid; niet in de laatste plaats omdat werk meer is dan alleen loon en zich ook vertaalt naar meedoen in de maatschappij. De langdurige werkloosheidcijfers blijven schrikbarend hoog, ondanks gunstige economische ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Wanneer alleen een gedeelte van de samenleving profiteert van economische groei, werkt dat (verdere) tweedeling in de hand.

Huizenmarkttransitie

Deze tweedeling steekt ook in de huizenmarkt fors de kop op. Door de opgelopen woningtekorten en de grote prijsstijgingen van de afgelopen jaren, is een doorsnee woning voor veel Nederlanders inmiddels onbetaalbaar geworden. Met het opschroeven van de bouwproductie probeert de overheid een einde te maken aan dit probleem, waarbij de druk op groene ruimtes groter wordt. Verder behoeft de positie van particuliere kopers ten opzichte van beleggers, die zich meer en meer mengen in de woningmarkt, aandacht.

Gezondheidszorg

Ten slotte is daar de gezondheidszorg. De coronacrisis heeft pijnlijk blootgelegd dat er knellende capaciteitsproblemen spelen op het gebied van de ic's en op het terrein van zorg voor mensen met urgente psychische klachten. Daarnaast zal ook preventie een veel grotere rol moeten gaan krijgen de komende jaren.

Samen werken we via deze transities toe naar een duurzame en gezonde samenleving. Met de Nationale Monitor Duurzame Gemeenten dragen we graag een steentje bij.

Wil je meer informatie over de Nationale Monitor Duurzame Gemeenten? Neem dan contact op met Ruben Smeets