"Elk mens verdient het om te werken en te leven in menswaardige omstandigheden"
Interview met Karien van Gennip, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Foto: Martijn Beekman
Het rapport 'Geen tweederangsburgers' van Emile Roemer (2020) heeft het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten in Nederland een impuls gegeven. We vroegen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip wat sindsdien is bereikt om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren en wat zij lokale bestuurders zou adviseren zodat beleid geen “papieren werkelijkheid” blijft.
Over Karien van Gennip
Ir. Karien van Gennip (MBA) is sinds 2022 Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsmigratie is een van haar taken. Eerder was zij onder meer Staatssecretaris van Economische Zaken en Tweede Kamerlid voor het CDA. Ook was zij bestuurder bij ING en bestuursvoorzitter van VGZ.
De afgelopen jaren is er, na het overnemen van het advies van het aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer, vanuit het kabinet veel inzet gepleegd om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Hiertoe worden op het gebied van werk, huisvesting, zorgen en welzijn, toezicht en handhaving en de positie van arbeidsmigranten maatregelen genomen. Uw ministerie rapporteert hier jaarlijks over. Hoe kijkt u naar de voortgang?
"Elk mens verdient het om te werken en leven in menswaardige omstandigheden. Helaas werken er in Nederland nog altijd veel te veel arbeidsmigranten in situaties die werkelijk onacceptabel zijn. Daarom voer ik samen met mijn collega’s in het kabinet de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten met grote urgentie uit.
De voornaamste wet- en regelgeving is in gang gezet, denk bijvoorbeeld aan het wetsvoorstel voor verplichte certificering van de uitzendsector. Dat wetsvoorstel zorgt ervoor dat malafide uitzendbureaus geweerd worden uit de markt en zo misstanden en uitbuiting. Daarnaast, om de handhaving de instrumenten te geven die nodig zijn om excessen te straffen, wordt samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid gewerkt aan de modernisering van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Daarmee wordt de vervolging van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling verbeterd en worden slachtoffers beter beschermd. En met de Wet Goed Verhuurderschap is een verhuurdervergunning geïntroduceerd, waarmee gemeenten beter kunnen optreden tegen misstanden en slechte verhuursituaties ongedaan kunnen maken.
Echter is er ondanks de inspanningen weinig verandering merkbaar voor arbeidsmigranten zelf. Zij ervaren op individueel niveau vaak nog geen verbetering in hun woon- en werk situatie in Nederland. Met name de maatregelen die in wetgeving geregeld moeten worden gegoten zijn nog in de maak of pas recent ingevoerd. Hiervan moeten we in de aankomende twee jaar steeds duidelijker de resultaten zien."
“De lokale overheden heb ik als minister hard nodig.”
Naast de inzet op wet- en regelgeving op centraal niveau is ook de inzet van het lokaal bestuur een grote rol toebedeeld. Waarom is de rol van gemeenten en provincies zo belangrijk bij het verder verbeteren van de positie van arbeidsmigranten in Nederland? Waar kunnen zij het verschil maken?
"De lokale overheden heb ik als minister hard nodig. In veel gevallen zijn het de provincies en gemeenten die met het beleid uit te voeten moeten kunnen én die te maken hebben met de lasten en de lusten die arbeidsmigratie meebrengt. Wat voor mij belangrijk is, en wat ik graag over wil brengen, is een herwaardering van arbeid. Want achter elke tomaat op je bord en elk afgeleverd pakketje zit een man of vrouw uit Polen of Bulgarije die gezweet of gezwoegd heeft. Dat werk is te lang onbekend en onzichtbaar gebleven.
Veel gemeenten in Nederland moeten aan de slag met arbeidsmigratie. Het onderwerp is complex, onder meer omdat het meerdere beleidsterreinen treft. Ook ligt dit thema vaak politiek gevoelig. U geeft ook zelf aan in uw kamerbrief van 24 november jl. dat ondanks beleidsinspanningen de praktijk vaak weerbarstig is. Hoe kunnen lokale bestuurders ervoor zorgen dat beleid geen – zoals u in de genoemde kamerbrief schrijft – “papieren werkelijkheid” blijft? Wat zou u lokale bestuurders willen meegeven?
"De strijd die ik lever, is om ervoor te zorgen dat die mensen in betere omstandigheden kunnen werken én beter worden beloond. Dat kan ook betekenen dat sommige arbeid duurder wordt. Maar als het goedkoper is om mensen uit het buitenland te halen om tomaten of bramen te plukken, dan dat het is om te investeren in automatisering of bijvoorbeeld een pluk-robot, dan waarderen we die arbeid te weinig. En zo doen we de mensen die het werk doen tekort. Deze mensen, zijn mensen zoals u en ik. Zij hebben ook behoeften, wensen en dromen voor hun gezin, gezondheid en professionele ontwikkeling. Dat is niet anders omdat zij hier komen als arbeidsmigrant. Daar moeten we ons bewuster van zijn en zorgen dat ze onderdeel zijn van onze samenleving
Daarom roep ik lokale bestuurders op om, voordat die nieuwe bedrijven zich vestigen, met mij de vraag te stellen: kan mijn regio extra bedrijvigheid dragen? Loopt er een bus naar een nieuw distributiecentrum, zijn er genoeg huizen voor arbeidsmigranten, zonder dat de druk op een wijk te groot wordt en heeft de school en de huisarts ruimte? Om draagvlak te behouden is het belangrijk om voordat een nieuw bedrijf zich ergens vestigt in kaart te brengen of de regio en de gemeenschap dat kan dragen. En of de lasten eerlijk verdeeld zijn. Daarover ben ik met gemeenten en de VNG in gesprek.
Daarnaast willen we beter zicht houden op de arbeidsmigranten die hier komen wonen en werken. Dat is in zowel het belang van de mensen als van de (lokale) overheid. Omdat ze nergens staan ingeschreven blijven zij uit het zicht van de overheid. Dat betekent dat ze minder recht hebben als inwoner van een gemeente, maar ook dat die gemeente hen niet kan bereiken met bijvoorbeeld informatie over vaccinaties en onderwijs. Een situatie die dus dubbel slecht uitpakt. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten."
“We zullen altijd arbeidsmigranten nodig hebben.”
Arbeidsmigratie is gebaat bij een langetermijnvisie, zo adviseert Het PON &Telos in zijn stappenplan voor gemeenten. Bent u het daarmee eens? En zo ja, hoe kijkt u naar de rol van arbeidsmigranten op de lokale arbeidsmarkt van de (nabije) toekomst?
"We zullen altijd arbeidsmigranten nodig hebben. Daar hoort een gesprek bij over waar zij het beste tot hun recht komen en hoe die arbeidsmarkt er dan uit ziet. Want we moeten het gesprek durven voeren over welke economie we willen zijn en welke banen daarbij horen.
Als die tomaat duurder wordt, of dat pakketje, hoeveel banen willen we dan nog in Nederland hebben waar arbeidsmigranten voor ingeschakeld worden? Als we het tot nog toe lang onzichtbare werk door echte mensen weer gaan waarderen én belonen, gaan de lonen omhoog en worden Nederlanders die nu aan de kant staan gestimuleerd om aan de slag te gaan. Of, zoals ik al eerder zei, wordt het wellicht minder aantrekkelijk om arbeidsmigranten in te huren en kijken bedrijven naar innovatie, zo groeit een economie, ook juist kwalitatief
Om op de langere termijn tot een goed besluit te komen hebben we de Adviesraad Migratie (voorheen ACVZ) en de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 om advies gevraagd. Die commissie onderzoekt de gevolgen van vergrijzing en migratie. Welke scenario’s zijn er denkbaar, wat zijn de gevolgen voor onze samenleving en economie en wat kunnen we als politiek hieraan doen?"
Brede welvaart is – ook voor overheden – steeds vaker zowel een bril als een kompas om maatschappelijke opgaven aan te pakken. Wat zou het opleveren als we vanuit deze brede blik op welvaart naar arbeidsmigratie kijken? Welke afwegingen staan dan voor u centraal?
"Blijven knokken voor het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten in Nederland. Hun positie verbeteren en de Nederland onwaardige behandeling tegengaan, daar zit voor mij de kern. Zij komen hier om te werken en we noemen ze arbeidsmigranten, maar het zijn in de eerste plaats mensen. Mensen die in ons land leven. Ook zij verdienen, net als iedereen, een menswaardig bestaan. Daar hoort bij: werken voor een goed loon, met nette arbeidsomstandigheden en een behoorlijke slaap- en woonplek.
De lusten zijn nu voor malafide werkgevers en de lasten voor de samenleving. Wat mij betreft is dat in de toekomst anders. Als we dat tegengaan werken we richting een meer brede welvaart. Want het gaat pas goed met Nederland, als het goed gaat met iedereen."
“Blijven knokken voor het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten in Nederland”