Tijd voor scherpe keuzes!
Voorwoord door Patrick Vermeulen Directeur-bestuurder
Foto: Nationale Beeldbank
Tijd voor scherpe keuzes!
Nu het politieke landschap helemaal open ligt is het tijd om weer eens goed te kijken waar we staan. En wat te doen. Dat is geen zogenaamde ‘greenfield operation’, waarbij we de luxe hebben om te beginnen met een leeg vel. Er staan al koeien in de wei. Teveel zelfs. Er zijn veel problemen die om aandacht vragen. Of het nu gaat om vraagstukken die over de landsgrenzen heengaan, zoals de klimaatcrisis, teruggang in biodiversiteit, conflicten en migratie of om vraagstukken over de inrichting van onze samenleving zelf, zoals het gevecht om de ruimte of de 1,2 miljoen Nederlanders die sociaal in de marge leven: relatief weinig meedoen en weinig vertrouwen hebben in de medemens en instanties. Het idee dat er zo’n 600.000 Nederlanders van 16 jaar of ouder zijn die kunnen worden beschouwd als ‘sociaal uitgeslotenen’ (CBS, 2000) duizelt mij. Het zijn mensen die niet meedoen, niet meekunnen, de weg niet kennen of het verkeerde pad bewandelen. Het roept de vraag op: klopt de basis onder onze samenleving dan eigenlijk nog wel? Het is die vraag die gelukkig steeds meer gesteld wordt: de wal keert in zeker zin het schip. Het besef dringt door dat de grenzen aan de groei nu echt zijn bereikt.
Ecologisch zijn er grote problemen. We betalen steeds meer de prijs voor onze welvaart. We merken inmiddels de gevolgen van klimaatverandering in ons leven, onze bodem raakt uitgeput, we hebben steeds meer last van droogte en het water dat we hebben is van slechte kwaliteit, waardoor we ons steeds meer inspanningen moeten getroosten om ons land van voldoende drinkwater te voorzien. En onze biodiversiteit staat onder grote druk.
De welvaart die we hebben is relatief, want gaat gepaard met hoge samenlevingskosten en is ongelijk verdeeld. Voor ongeveer 20% van de Nederlanders geldt dat ze een stapeling van problemen hebben rond inkomen, werk, sociale netwerken, gezondheid en discriminatie. Ze staan op afstand van de samenleving en zeker op afstand van de groep die het goed gaat. De grote groep die er tussen in zit is onzeker over werk en het kunnen combineren van werken, leren en zorgen. Onder hen is de onzekerheid over de eigen situatie in de afgelopen jaren sterker geworden. En de afstand tot de overheid is gegroeid.
Op allerlei terreinen is er dus veel te doen. Gelukkig maar. Anders waren de huidige generaties niet nodig om voor onszelf, onze buren en toekomstige generaties goede keuzes te maken. Scherpe keuzes liefst. Dat we daarbij nieuwe modellen nodig hebben om goed te kunnen bepalen wat nodig is, is inmiddels ook helder.
Het denken in termen van brede welvaart helpt ons daarbij. Op allerlei plekken zien we het goede gesprek ontstaan over de samenhang van de genoemde vraagstukken. Over de noodzaak om veranderingen door te voeren op een manier dat de oplossing voor het ene vraagstuk niet ten koste gaat van andere. Dat een bedrijf dat wil uitbreiden een legitieme vraag stelt, maar dat ook publieke baten en lasten meegewogen moeten worden. Dat voedselproductie niet mag leiden tot bodembederf en dat we natuur – ook in de stad – nodig hebben om prettig en gezond te kunnen leven. Als je het mensen zelf vraagt – zoals we hebben gedaan in het onderzoek naar ervaren brede welvaart in Brabant – staat gezondheid en niet materiële welvaart op één.
Het denken in termen van brede welvaart zorgt ervoor dat we alle aspecten die het leven de moeite waard maken meewegen. Met aandacht voor onze fysieke en sociale leefomgeving. Maar vooral voor de kwaliteit van leven van mensen. Het biedt de brede bril die nodig is om scherpe keuzes te kunnen maken. Keuzes die duurzaam zijn en waarin aandacht is voor ecologische, economische en sociale waarden. Daarover gaat dit magazine.
We bouwen daarmee voort aan een verhaal dat voor ons al in 1947 is begonnen, toen we betrokken waren bij het welvaartsplan voor Brabant. Een plan dat niet alleen ging over industrialisatie, maar ook over de verbinding die mensen hebben met hun gezin en (toen nog) de kerk. Ja: er moest werk gecreëerd worden en de welvaart moest worden opgebouwd, maar niet zonder aandacht voor welzijn, voor de verbanden in de samenleving . Zoals - destijds nog - het PON is opgericht om Brabant na de Tweede Wereldoorlog op te bouwen op ‘materieel, fysiek en moreel gebied’. Toen al zochten we blijkbaar naar een balans. Eerst tussen economie en sociale ontwikkeling. Later kwam daar ecologie als belangrijk vraagstuk bij. Niet voor niets is Telos bijna 25 jaar geleden opgericht om duurzame ontwikkeling hanteerbaar te maken. Het was het product van de discussie die eind jaren 90 gevoerd werd over hoe Brabant er in 2050 uit zou moeten zien, vastgelegd in het Manifest Brabant 2050. Wat voor Brabant willen we eigenlijk zijn was toen de vraag. Een vraag die we voor Nederland steeds opnieuw moeten durven stellen. Zoals we recent ook hebben gedaan in ons boek ‘Een ander land’, met daarin een pleidooi voor een duurzame samenleving.
Ik wens je veel leesplezier met dit magazine dat geheel in het teken staat van brede welvaart. We hopen dat het een inspiratie mag zijn voor de (nieuwe) bestuurders die ons land gaan leiden.
Hartelijke groet,
Patrick